Geltenintroductie: wat is uw protocol voor Mycoplasma hyopneumoniae?
De optimale manier om gelten te introduceren op een conventioneel bedrijf blijft onderwerp tot discussie. Met name is er onenigheid over de duur van de quarantaineperiode en over het aantal benodigde entingen. In de praktijk zien we geregeld uitbraken van Mycoplasma hyopneumoniae die herleid kunnen worden tot het protocol van geltenintroductie. Uitbraken bij gelten leiden op hun beurt tot een verstoring van de algemene bedrijfsimmuniteit tegenover Mycoplasma hyopneumoniae en verhoogt het risico op besmetting van biggen tijdens de zoogperiode.
De tijd dat gelten slechts gedurende 3 weken in quarantaine gehouden werden is al een tijdje voorbij. Recente ervaringen uit de praktijk hebben duidelijk aangetoond dat een verlenging van de quarantaineperiode en dus een ruimere mogelijkheid om de gelten grondig te vaccineren geen overbodige luxe is. Bovendien geeft een langere quarantaineperiode het voordeel van de aankoop van een groter aantal dieren in één levering en daardoor tot een daling van het aantal aankoopmomenten per jaar, wat het algemeen risico op ziekteinsleep sterk vermindert.
Geltenintroductie blijft op veel moderne varkensbedrijven nog steeds een reëel risico op insleep van ziekten. Anderzijds kan de aankoop van ziekte-vrije dieren ook bepaalde risico's inhouden, gezien deze dieren voor meerdere ziekten naïef op het conventionele bedrijf aankomen. Wanneer de quarantainevoorwaarden niet strikt worden nageleefd, kan zowel de insleep van ziekten naar het bedrijf toe als de overdracht van bestaande ziekten naar de negatieve gelten voor problemen zorgen. Daarom moet de quarantainestal strikt gescheiden zijn van de rest van het bedrijf. Betreden van de quarantainestal gebeurt met aparte kledij en schoeisel om overdracht in beide richtingen te vermijden.
Een tweede bron van discussie betreft welke entingen de gelten moeten krijgen om met een goede immuniteit geïntroduceerd te worden. In tabel 1 worden alle mogelijke entingen even op een rijtje gezet, opgedeeld in entingen tegenover virale en bacteriële ziekten.
Tabel 1. Mogelijke entingen voor aangekochte gelten | |
Virale ziekten | Bacteriële ziekten |
PRRSV | E. coli diarree |
PCV-2 | Clostridium perfringens |
Griep (SIV) | Clostridium novyi |
Rotavirus | Lawsonia intracellularis (PIA) |
Mycoplasma hyopneumoniae | |
Atrofische rhinitis (snuffelziekte) | |
Actinobacillus pleuropneumoniae | |
Haemophilus parasuis (Glässer) |
Recent Europees onderzoek (bron 1) heeft aangetoond dat er inzake de introductieprotocol voor Mycoplasma hyopneumoniae nogal wat verbeterpunten zijn. Heel wat varkenshouders kennen de infectiestatus van hun aangekochte gelten inzake Mycoplasma hyopneumoniae onvoldoende. Slechts een klein deel van de varkenshouders monitoren de gezondheidsstatus van de gelten, en als dat gebeurt is dat meestal op basis van een serologisch onderzoek. Het meest gebruikte acclimatisatieprotocol is een enting tegenover Mycoplasma hyopneumoniae (58,2%) of een combinatie van enting en blootstelling aan slachtzeugen (21,3%). Het effect van de enting op de immuunstatus van de gelten wordt slechts in een klein deel van de bedrijven gecontroleerd. Dit kan onderzocht worden door bloedonderzoek, PCR-onderzoek (met rechtstreeks aantonen van de kiem) of een combinatie van beiden. De studie toonde aan dat een beter beeld van de effectiviteit van de acclimatisatie een krachtig hulpmiddel zou kunnen zijn voor een meer optimale introductie van gelten, in het bijzonder voor Mycoplasma hyopneumoniae.
1 Garza-Moreno L, Segalés J, Pieters M, Romagosa A, Sibila M (2017). Survey on Mycoplasma hyopneumoniae gilt acclimation practices in Europe. Porcine Health Management 3, 21-28.
Gerelateerde artikels:
Voordelen van vroege enting tegenover Mycoplasma hyopneumoniae
Fokken van vruchtbare en gezonde gelten: aandachtspunten