Verba: Nieuwe kraamopfokhokvoerbak moet einde maken aan speendip
Innovatie: Laag type biggenvoerbak voor kraamopfokhok
Biggen leren in de natuur spelenderwijs van de zeug wat ze kunnen eten. Dat gegeven stond als basis voor de innovatie van Verba. „Al na een paar dagen gaan de biggen mee-eten met de zeug. Bij spenen eten ze volop vast voer en weten ze precies waar ze hun voer moeten zoeken. Een speendip kennen ze niet meer, ze groeien door en zijn een week eerder op gewicht.” Jarno Brummelhuis bevestigt deze uitspraak en voegt toe: „Er is bij mij geen sprake meer van een speendip en de streptokokken zijn ook verleden tijd met de KZB-feeder.” Deze varkenshouder heeft inmiddels veel eravring opgedaan met vrijlopende kraamzeugen.
Lage trog
Doel van de innovatie was één voerbak waaruit zowel de zeug als de biggen kunnen eten. Na spenen hoeven de biggen niet meer te zoeken waar ze hun voer vandaan moeten halen en hoe de voerbak werkt. De KZB-feeder heeft daarom een lage trog en het doseersysteem zit op een zodanige hoogte dat zowel de zeug als de biggen het kunnen bedienen. De ervaring bij de familie Brummelhuis leert dat de biggen al vanaf de vijfde dag een beetje voer uit de trog halen. Ze kauwen erop en de speekselproductie komt op gang. De biggen gaan als vanzelf ook de prestarter vreten die ze daarnaast aangeboden krijgen.
Minder arbeid
Werken met de KZB-feeder in een kraamopfokhok bespaart arbeid: bij spenen is het niet nodig om een ander voersysteem in het kraamopfokhok te plaatsen. De voorraadbak van de KZB-feeder is groot genoeg voor de voeropname van vijftien biggen. Daarnaast hoeft de zeugenhouder minder vaak schoon te maken; dat bespaart arbeid, water en mestproductie.
Revival kraamopfokhokken (KOH)
Verba meldt tevens dat de ontwikkeling naar vrijlopende zeugen in het kraamhok de overschakeling naar kraamopfokhokken in de hand werkt. Daarmee wekt het bedrijf de suggestie dat dit wel eens een - hernieuwde - tendens in de Nederlandse varkenshouderij kan worden. Met de nieuwe voerbak spelen de ontwikkelaars er in elk geval reeds op in. Voor vrijlopende kraamzeugen is al snel een hok van 6 tot 6,5 vierkante meter nodig. Dat is ook groot genoeg om als kraamopfokhok dienst te doen.