OM: verkleinen veestapel enige oplossing om mestfraude te voorkomen
Volgens De Rijck legt Schouten’s aanpak te veel nadruk op repressie, op de aanpak van overtredingen, in plaats van op preventie, op het voorkomen daarvan. Hij stelt dat de druk op de mestmarkt leidt tot hoge mestafzetkosten en dus tot fraudeprikkels. „Met mestfraude is veel geld te verdienen“, stelt hij. „Gedacht vanuit het strafrecht is de enige manier om mestfraude werkelijk tegen te gaan een verminderde productie van mest. De veestapel zal kleiner moeten worden.“
Niet politiek verantwoordelijk
Het OM doet tussen de 150 en 200 aan mest gerelateerde strafzaken per jaar, variërend van fraude met de aan- en afvoer van mest en drijfmest, via co-vergisting tot aan fraude met dier- en fosfaatrechten. Desgevraagd wil een OM-woordvoerder niet zeggen met hoeveel de mestproductie dan zou moeten afnemen. „Daar gaan wij niet over“, zegt ze, ook na herhaald aandringen. „Dat is aan de politiek.“ Het OM wil ook niet ingaan op de vraag of de warme sanering in de varkenshouderij de druk voldoende zal doen afnemen, of dat methodes om de mest beter te verwaarden een alternatieve manier zouden zijn om die druk te doen dalen. „Ik ben niet politiek verantwoordelijk en ik ben geen specialist op het gebied van voedselvoorziening“, geeft De Rijck toe in het NRC, „maar gedacht vanuit het strafrecht is de enige manier om mestfraude werkelijk tegen te gaan een verminderde productie van mest.“
Wegnemen fraudeprikkels
Op het Radio 1- journaal nuanceerde De Rijck zijn uitspraken enigszins. „Strafrecht alleen kan de fraude niet oplossen“, vertelde hij daar. „De fraude is daarvoor te wijd vertakt; met sancties alleen is het problem niet te verhelpen.“ De meest effectieve manier om de fraude te bestrijden is volgens hem het wegnemen van de fraudeprikkels. „Als die prikkels afnemen, neemt de fraude ook af.“ Maar daar noemde hij het inkrimpen van de veestapel niet als enige manier om die prikkels te verminderen.