PRRS vaccinatie: voor- en nadelen van verschillende vaccinatieprotocollen
De verschillende vaccinatieprotocollen brengen niet altijd de verwachte resultaten. Wat bij het ene bedrijf een goed vaccinatieprotocol lijkt, kan bij het andere bedrijf totaal niet effectief zijn. Waarom kunnen we met de huidige middelen het virus niet blijvend onder controle krijgen en de bedrijven stabiel houden?
Er zijn verschillende redenen:
- Het virus heeft het vermogen om zich aan het immuunapparaat te onttrekken.
Zo remt het virus het vermogen van het immuunapparaat om het te herkennen, te verwerken en een goede respons op te bouwen. De immuunrespons is traag, uitgesteld en vaak onvolledig in vergelijking met andere virale infecties. - Het genetisch materiaal van het virus verandert vaak. In het veld circuleren steeds meer verschillende en steeds wijzigende stammen. De vaccinstammen wijken af van deze veldstammen waardoor vaccins geen volledige bescherming bieden. Door insleep van nieuwe stammen, kunnen problemen weer optreden. Of een al aanwezige stam infecteert nieuw aangekochte dieren (bv. gelten) of dieren die op het bedrijf aanwezig zijn en niet eerder in contact kwamen met het PRRS virus. Vandaar dat externe en interne biosecurity van groot belang zijn.
De PRRS vaccins worden opgedeeld in 2 soorten; levende vaccins en dode vaccins.
Beide soorten vaccins hebben voor- en nadelen.
Levende vaccins – bevatten een levend, afgezwakt PRRS virus (modified live virus, MLV):
- Alleen te gebruiken in een omgeving waar PRRS virus is aangetoond.
- Vaccinatie tijdens de dracht is veilig bij gelten en zeugen die al geïmmuniseerd zijn tegen PRRS virus door vaccinatie of een veldinfectie.
- Er zijn vaccins beschikbaar voor zowel biggen als voor gelten en zeugen.
- Verbetering van de technische resultaten indien biggen gevaccineerd worden.
- Verbetering van de reproductie resultaten indien gelten en/of zeugen gevaccineerd worden.
- Er wordt niet voorkomen dat er virusuitscheiding optreedt, maar er is wel een duidelijke vermindering van de virusuitscheiding.
- Verlaging van de hoeveelheid circulerend virus in het bloed.
- Spreiding van vaccinvirus na vaccinatie mogelijk gedurende enkele weken.
- Niet gebruiken bij beren die sperma produceren voor seronegatieve zeugen, omdat PRRS virus gedurende vele weken in sperma kan worden uitgescheiden.
Dode vaccins - bevatten een geïnactiveerd PRRS virus (killed vaccin, KV):
- Er is geen terugkeer naar virulentie mogelijk.
- Er is geen spreiding van vaccinvirus naar ongeboren biggen in de baarmoeder.
- Er is geen spreiding van het vaccinvirus tussen varkens.
- Alleen geregistreerd voor zeugen en gelten om het aantal vroegtijdige worpen en het aantal doodgeboren biggen te verminderen.
- Alleen in een besmette omgeving te gebruiken. Indien er geen veldvirus of vaccinvirus aanwezig is op het bedrijf, is de effectiviteit laag.
Er zijn verschillende vaccinatieschema’s mogelijk, zeugen in de kraamstal en/of tijdens de dracht of bijvoorbeeld het 3-4x per jaar voor de voet weg vaccineren van zeugen. Er kan ook een combinatie gemaakt worden waarbij tijdens de dracht eerst een levend en daarna een dood vaccin gebruikt wordt. Zeer belangrijk is de juiste introductie van gelten in een geïnfecteerde zeugenstapel. Gelten horen voor het dekken en voor introductie in de zeugenstapel gevaccineerd te worden. Biggen worden vaak al op jonge leeftijd gevaccineerd.
Om het effect van de toepassing van vaccins te versterken moet echter ook altijd een consequent en strak bedrijfsmanagement gehanteerd worden. Indien er goed gevaccineerd wordt, maar de interne en externe biosecurity is niet op orde, dan is de kans op PRRS problemen nog steeds aanwezig.
Vraag advies aan uw dierenarts over de controle van PRRS op uw bedrijf.
Tekst: Susan Kars-Hendriksen
Beeld: Ceva