Lichtere biggen hebben slechter geheugen
Van nature krijgen zeugen circa zes biggen terwijl tegenwoordig worpen van zestien biggen al heel normaal zijn. Het gevolg van dit hoger aantal is dat niet ieder big in de buik voldoende zuurstof en voedingstoffen ontvangt. Dit resulteert in hele kleine en lichte biggen. Weegt een gemiddeld big bij de geboorte circa 1,5 kilogram; biggen met laag geboortegewicht wegen gemiddeld slechts 800 gram. „Dat is erg klein, bijna een halvering in gewicht. Bij mensen is een laag geboortegewicht een risicofactor voor beperkingen in de emotionele en cognitieve ontwikkeling”, weet Roelofs.
M&M’s
Om de gevolgen van een laag geboortegewicht bij varkens in beeld te krijgen vergeleek Roelofs 200 biggen met een laag geboortegewicht (lichter dan 1,05 kilogram) met 200 biggen met een normaal geboortegewicht. In een ruime stal met veel stro en aandacht onderzocht ze emotie en leervermogen van de varkens vanaf hun geboorte tot ze zes maanden later naar de slacht gingen. Om het geheugen te meten stonden in de stal zestien voerbakken. In vier vaste voerbakken werden steeds M&M’s verstopt (varkens vinden M&M’s erg lekker). De varkens met een laag geboortegewicht bleken een slechter geheugen te hebben dan hun zwaardere soortgenoten. Ze konden de M&M’s minder goed traceren. Op de emotionele staat blijkt een laag geboortegewicht geen negatief effect te hebben, mits de varkens leven in een verrijkte omgeving.
Slechter geheugen
Een laag geboortegewicht zorgt op termijn voor een slechter geheugen bij het varken. Dit slechtere geheugen komt het welzijn van het varken waarschijnlijk niet ten goede stelt Sanne Roelofs. Volgens haar hebben de varkens hun geheugen hard nodig om bijvoorbeeld voedsel, water en rustplekken te vinden. „Veel lichte biggen sterven omdat ze een stuk zwakker zijn. Nu blijkt dat biggen die het overleven een slechter geheugen hebben. Een goed geheugen is noodzakelijk voor het leven in de stal. Ze moeten hun positie in de strikte sociale hiërarchie onthouden, en weten waar ze kunnen eten en rusten.”
Kleinere worpen
Fokzeugen brengen steeds grotere aantallen biggen voort door de aanhoudende selectie op de productiviteit. Hierdoor neemt het aantal biggen met laag geboortegewicht toe. Het is onwaarschijnlijk dat varkensbedrijven kunnen voorzien in de persoonlijke aandacht en huisvesting die nodig zijn om deze biggen net zo goed te laten gedijen als biggen met een normaal geboortegewicht. Roelofs: „De meest realistische oplossing lijkt mij om terug te gaan naar kleinere worpen, dus minder biggen per geboorte.”
Tekst: Guus Queisen
Opgegroeid op een gemengd agrarisch bedrijf op een typisch Zuid-Limburgse carréboerderij. Na een financieel/economische opleiding en diverse functies sinds 1985 in deeltijd en sinds 1996 fulltime op freelance basis actief in de landbouwjournalistiek. Volg kritisch alle ontwikkelingen die (in-)direct aan de agrarische sector gerelateerd zijn. Bij Agrio werkzaam voor zowel de papieren als de digitale uitgaven van: Stal en Akker, Pigbusiness, Melkvee en Akkerwijzer.
Beeld: Agrio archief
Bron: Departement Landbouwhuisdieren, Faculteit Diergeneeskunde Universiteit Utrecht