Rientjes maalt en mengt al zijn varkensvoer
Stephan Rientjes is de gastspreker op de Pig Business thema-avond Voeding op woensdag 8 oktober in Dalfsen. De varkenshouder heeft een gesloten varkensbedrijf met 850 zeugen, 7.500 vleesvarkens en eigen geltenaanfok in Raalte. Het enthousiasme voor zijn eigen varkensvoer ontwikkelde Rientjes tijdens zijn studie. Op zijn buitenlandse stage bij een Canadese varkenshouder in 2001 maakte hij voor het eerst kennis met het zelf telen, mengen en malen van grondstoffen. Toch duurde het nog acht jaar voordat Rientjes de stap durfde te nemen.
„Van meerdere kanten had ik al gehoord dat ccm een mooi voer is voor de biggen.” De varkenshouder doelt op de positieve zuureigenschap van de gemalen maïskorrels op de darmgezondheid van jonge biggen. „In dat jaar waren de snijmaïsprijzen slecht.” Hij besloot om de stap te wagen en 30 hectare van zijn maïs als ccm in te kuilen.
Voerkosten verlaagd
Sinds een jaar maalt en mengt hij al het gespeende biggen- en vleesvarkensvoer en ook een groot deel voor zijn zeugen. Komende maand gaat hij zijn zeugenstal aanpassen, zodat hij ook alle dragende zeugen zijn eigen receptuur kan voorschotelen.
Volgens Rientjes is zijn grote voordeel nu dat hij zijn voerkosten structureel heeft verlaagd en meer inzicht heeft gekregen in de kwaliteit van de grondstoffen. De varkenshouder denkt bruto 10 procent aan voerkosten te besparen. Trekt hij alle extra investeringen voor sleufsilo’s, installaties en de extra stroomkosten er af, dan denkt hij 6 à 7 procent op de voerkosten te besparen.
Rantsoen
Het rantsoen bij de zeugen en vleesvarkens bestaat voor 87 procent uit soja, maïs, tarwe, gerst, raapschroot, zonnepitschroot, broodmeel en eventueel ccm. De overige 13 procent is aanvullend voer met premix en overige grondstoffen. Bij de gespeende biggen beslaat het aanvullende voer 20 procent van het rantsoen. Hij koopt al zijn grondstoffen zelf in en maalt en mengt deze vervolgens.
Woensdagavond 8 oktober is de Pig Business thema-avond Voeding in Dalfsen. De toegang is gratis.
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Ellen Meinen