‘Stem vraag en aanbod beter op elkaar af'
Ook moeten Nederlandse vleesvarkenshouders bovengemiddeld draaien, willen ze tot de blijvers behoren. Daarover waren alle drie sprekers het eens tijdens de sectordag. De sprekers gingen in op de vraag: Hoe blijf ik vleesvarkenshouder in Nederland?
Addy van Rooi, van Rooi Meat, liet zien dat zij hun bedrijf goed op orde hebben, meldt AgruniekRijnvallei. Slachten, afsnijden, invriezen en inpakken gebeurt op één locatie zodat er geen onnodige transportkosten gemaakt worden.
Maatschappij verandert snel
„We leven in een maatschappij die snel verandert”, aldus Van Rooi. „Banken beoordelen situaties puur zakelijk. De overheid voert controle op controle uit. Supermarkten willen van alles maar het mag niet ten koste van de marge gaan.”
„Toeleveranciers berekenen hun kosten door en tot slot wil de consument weten hoe zijn vlees geproduceerd wordt en eist dat het vrij van antibiotica en salmonella is.”
Coördinatie vraag en aanbod
Een varkenshouder die zijn zeug insemineert levert bijna een jaar later de vleesvarkens af. Op het moment van insemineren weet hij nog niet wat de varkens opleveren en welke kosten hij moet maken.
Van Rooi: „Toen DAF vrachtwagens ging produceren die nog niet verkocht waren, ging het bedrijf failliet. Om toekomstperspectief te hebben is de sector gebaat bij een beter imago en een betere coördinatie van vraag en aanbod.”
4 cent te weinig
Paul Bens, directeur DLV, ging in op de actuele financiële situatie in de vleesvarkenshouderij. In zijn presentatie had hij de opbrengst van een kg vlees afgezet tegen de kostprijs van een kg vlees. Wanneer je deze twee met elkaar vergelijkt zie je dat de vleesvarkenshouder de afgelopen jaren circa 0,04 euro te weinig gebeurd heeft.
De meeste varkenshouders hebben dit opgevangen door minder af te lossen dan de bedrijfseconomische afschrijving of door genoegen te nemen met geen of een te lage arbeidsvergoeding.
Bens gaf als aandachtspunten aan zijn toehoorders mee: heb kostprijs paraat, doe het 4 cent beter dan het gemiddelde en kijk naar verwaarding wanneer rek uit kostprijs is. „Voor een bedrijf met 3.000 vleesvarkens betekent 0,04 cent meer een modaal inkomen”, aldus Bens.
Alles moet kloppen
Hoe kun je als varkenshouder bij de top 25 procent draaien? Voor een hoge voerwinst moeten alle facetten kloppen volgens Marcel Schennink, voedingsexpert bij AgruniekRijnvallei.
„Verschillen in huisvesting, genetica, gezondheidsstatus en voer zorgen ervoor dat de resultaten tussen bedrijven nogal variëren.”
Eén van de facetten die invloed heeft op het resultaat is de spier/spek-verhouding. Met het nieuwe groeimodel van AgruniekRijnvallei kan ingeschat worden wat de spier- en spekaanzet is van de verschillende genetica, onder verschillende omstandigheden met verschillende voeders.
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Tekst: AgruniekRijnvallei
Beeld: Ellen Meinen