Vervangen soja door Europees eiwit lastig
Zuid-Amerikaanse sojaschroot in startvoer voor vleesvarkens vervangen door Europese eiwitbronnen leidt nu vaak nog niet tot een geringere Carbon Footprint (CFP). Om de CFP van Europese eiwitten te verlagen zijn innovaties nodig.
Dit blijkt uit een onderzoek dat is uitgevoerd door Wageningen UR Livestock Research in samenwerking met Natuur & Milieu, Nevedi en de Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij.
Geïmporteerde sojaschroot uit Zuid-Amerika is momenteel één van de belangrijkste eiwitbronnen in diervoeders. Er is toenemende vraag naar eiwitbronnen van Europese herkomst.
De voersector heeft wel de vraag gesteld wat de duurzaamheidseffecten zijn ten opzichte van de huidige situatie, waarbij eiwit wordt geïmporteerd in de vorm van sojaschroot. Daarom is een studie uitgevoerd naar de duurzaamheid van enkele Europese eiwitbronnen.
Conclusies
Belangrijke conclusies van het onderzoek zijn:
- Uit de reeks onderzochte grondstoffen komen slechts twee opties naar voren zonder toename van de CFP, om sojaschroot van Zuid-Amerikaanse herkomst in startvoer voor vleesvarkens te vervangen door eiwitbronnen van Europese herkomst;
- Vervanging van 12% Zuid-Amerikaanse sojaschroot door 12% Nederlandse of Oekraïense sojaschroot in het voer resulteert in een beperkte afname van de CFP van 595 naar respectievelijk 580 en 592 g CO2-eq. per kg mengvoer. Deze afname wordt met name veroorzaakt door een afname in transportafstand;
- Vervanging van 12% Zuid-Amerikaanse sojaschroot door 2.5% pluimveevleesmeel resulteert in een beperkte afname van de CFP van 595 naar 591 g CO2-eq. per kg mengvoer. Het hoge fosforgehalte van pluimveevleesmeel is een belangrijke reden voor het lage inmengingspercentage in het voer; deze berekeningen zijn echter gebaseerd op gedateerde voedingswaarden en verteerbaar fosforgehalten van de pluimveevleesmelen; er is behoefte aan actualisatie van deze waarden;
- Alle andere onderzochte scenario’s voor vervanging van Zuid-Amerikaanse sojaschroot resulteren in een stijging van de CFP van het voer.
Meer informatie over het onderzoek is te vinden op de site van Wageningen UR.