EFSA: Zwijnenjacht effectief bestrijdingsmiddel varkenspest

De onderzoekers van EFSA concludeerden aan de hand van een simulatiemodel dat vroege detectie, gekoppeld aan het toepassen van maatregelen zoals het verwijderen van kadavers en intensieve jacht effect sorteren. Ze observeerden ook seizoensgebonden pieken in de aantallen dieren die positief testten en dood werden gevonden; voor everzwijnen in de zomer en voor varkens in de winter.

De dichtheid van wilde zwijnen was de meest invloedrijke risicofactor voor het optreden van varkenspest bij wilde zwijnen. Bij het overgrote deel van de introducties in varkenshouderijen werd direct contact met geïnfecteerde varkens of wilde zwijnen uitgesloten als de route van introductie.

Buffergebied en afrastering

De uitvoering van noodmaatregelen in de besmette beheersgebieden voor wilde zwijnen werd geëvalueerd. Een intensieve jacht rond het buffergebied is mogelijk niet altijd voldoende. De kans op succes van bestrijding neemt echter toe bij een snelle en veilige verwijdering van het karkas. Een breder buffergebied leidt tot een hoger succes, maar dat betekent een groter intensief jachtgebied en de noodzaak om meer dieren te jagen. Het is volgens de simulatie ook effectief om de beheersgebieden van afrastering te voorzien.

Meer onderzoek nodig

Het EFSA rapport pleit evenwel voor meer onderzoek om de oorzaken van de introductie van varkenspest op varkensbedrijven beter te begrijpen en hoe dit kan worden voorkomen. Het raadt ook controlemogelijkheden aan voor verschillende scenario's, zoals in niet-getroffen gebieden dichtbij of ver weg van de getroffen gebieden of waar de ziekte al meer dan een jaar aanwezig is.