WUR: Geuremissie verlagen door andere voersamenstelling
Deze week presenteerde Wageningen Livestock Research rapport het rapport ’Stalmaatregelen voor het reduceren van geuremissie uit de intensieve veehouderij’. Het document geeft een overzicht van bestaande en perspectiefvolle maatregelen waarmee de geuremissie uit varkens- en pluimveestallen kan worden verminderd. Maatregelen zijn o.a. beoordeeld op toepasbaarheid, effectiviteit, controleerbaarheid, kostenniveau en eventuele neveneffecten.
Bestaande maatregelen
Momenteel kunnen geuremissies uit varkensstallen worden gereduceerd door het nemen van bronmaatregelen zoals: de toepassing van roosters met een goede doorlaat, het zorgen voor een verkleind emitterend oppervlak richting kelder, het koelen van de toplaag mengmest in de kelder, het aanbrengen van mestbanden onder de roostervloer, het aanbrengen van drijvende ballen (Balansballensysteem) in de mest in kelder, mestopvang in water of de mest in de kelder aanzuren. Met uitzondering van de drijvende ballen, zorgen deze maatregelen voor een geuremissiefactor die 22 procent lager is dan die van conventionele vleesvarkensstallen. Een andere optie is het nemen van ‘end-of-pipe maatregelen’ te weten: chemische luchtwassers (reducties van 30 procent), biologische luchtwassers (reducties van 45 procent) of gecombineerde luchtwassers met reducties van tussen de 30 en 45 procent. Geurhinder kan ook worden gereduceerd door ‘out-of-pipe maatregelen’ zoals het ombuigen van de ventilatiestroom (van horizontaal naar verticaal), het vergroten van de uitstroomsnelheid en/of het verhogen en/of verplaatsen van het emissiepunt. Dit betreft stalaanpassingen waarmee in de verspreidingsmodellering met V-STACKS vergunningen in de praktijk kan worden gevarieerd om tot een zo klein mogelijke geurbelasting voor de omgeving te komen.
Voersamenstelling aanpassen
De onderzoekers betitelen enkele nieuwe bronmaatregelen, gericht op het aanpassen van de voersamenstelling bij vleesvarkens, als perspectiefvol. Daarbij denken ze concreet aan het verlagen van het ruweiwitgehalte, het afstemmen van het ruweiwitgehalte en het gehalte aan fermenteerbare koolhydraten en het minimaliseren van het gebruik van zwavelrijke grondstoffen. Nadere afstemming met de veevoedingsindustrie is nodig om te bepalen in welke mate deze mogelijkheden daadwerkelijk kunnen worden benut bij de voersamenstelling. De onderzoekers wijzen daarbij op de (reeds lage) ruweiwitgehaltes in hedendaagse voeders, de actuele grondstoffenprijzen en andere nutritionele eisen die aan voeders worden gesteld. Vervolgens kunnen ook de (meer)kosten voor deze aangepaste voeders worden ingeschat.
Varkenstoilet
De onderzoekers beoordelen ook nieuwe maatregelen met betrekking tot emissiearme stalontwerpen als perspectiefvol, zoals het varkenstoilet. De onderzoekers denken dat de (geur)emissies uit vleesvarkensstallen, met een zogenaamd varkenstoilet, kunnen worden gereduceerd door gebruik te maken van het zindelijke gedrag van varkens. Voor concrete reductiepercentages voor ammoniak en geur is emissieonderzoek op vleesvarkensbedrijven noodzakelijk.
Tekst: Guus Queisen
Opgegroeid op een gemengd agrarisch bedrijf op een typisch Zuid-Limburgse carréboerderij. Na een financieel/economische opleiding en diverse functies sinds 1985 in deeltijd en sinds 1996 fulltime op freelance basis actief in de landbouwjournalistiek. Volg kritisch alle ontwikkelingen die (in-)direct aan de agrarische sector gerelateerd zijn. Bij Agrio werkzaam voor zowel de papieren als de digitale uitgaven van: Stal en Akker, Pigbusiness, Melkvee en Akkerwijzer.
Beeld: Agrio archief
Bron: Livestock Research Wageningen UR