„Als de sector meer jonge boeren wil aantrekken, is maatschappelijke waardering en ruimte om te ondernemen belangrijk. Het betekent ook dat er een gezond verdienmodel moet zijn”, stelt Berntsen. „Dan zullen jongeren volgens hem vaker en met overtuiging voor de land- en tuinbouw kiezen. „We hebben ze hard nodig om vorm te geven aan volhoudbare voedselproductie.”
Financiering van verduurzaming kan volgens hem via vier routes lopen. „De eerste is de route van ‘meer met minder’, dus efficiënter produceren. Dat is een route die veel ondernemers aanspreekt en veelal leidt tot lagere kosten.” De tweede route is volgens hem het werken op een duurzamere wijze. „En de derde route is die via financiële prikkels vanuit de fiscus, RVO of GLB; vertrouwde en effectieve instrumenten. De laatste route is naar mijn mening de ‘koninklijke route’ en loopt via een meerprijs voor duurzaam geproduceerd voedsel. De hele voedselketen compenseert de meerkosten en versnelt zo de verduurzaming van de productie.”
De veehouderij moet, om toekomstbestendig te worden, nog meer inzetten op circulariteit. „De sector werkt tot op zekere hoogte al circulair. Zo absorbeert de veehouderij al grote hoeveelheden voedsel dat niet geschikt is voor menselijke consumptie. Maar dat kan beter. Zo kan mest beter worden aangewend en verwerkt, zodat de inhoudsstoffen tot waarde komen.”
