Zeugenhouders gingen in 2018 door diep dal
Het gemiddelde inkomen per arbeidsjaar in de landbouwsector was 42.000 euro, vertelde Wageningen Economic Research bij de presentatie van de inkomensraming over 2018. Maar de verschillen tussen de sectoren zijn hoog. De varkenssector zit daarbij in de onderste regionen. De vleesvarkenhouders hebben gemiddeld nog 26.000 euro verdiend, maar de gesloten bedrijven gingen 40.000 euro in de min en zeugenhouders maar liefst 86.000 euro. Het is een groot contrast met de hoge inkomens van een jaar eerder.
Hogere kostprijs
Hoste ziet dat, als gevolg van de lage prijzen, de zeugenstapel in Europa nu krimpt. Dat zal tot een lager aanbod van biggen leiden, en daardoor hogere prijzen. Maar dat helpt misschien op de korte termijn; voor de langere termijn ziet Hoste vooral dat de Nederlandse varkenshouder een hogere kostprijs heeft dan zijn buitenlandse concurrenten. In Nederland is de arbeid duurder (maar wel productiever), is de voerprijs harder gestegen dan in andere landen, en wordt de varkenshouder geconfronteerd met extra kosten voor bijvoorbeeld mestafzet, ammoniak-emissiebeperkende maatregelen en dierenwelzijn.
Wat doet China
Maar het blijft moeilijk om de inkomensontwikkeling te voorspellen. De grote vraag is wat China doet. Het land is afnemer van meer dan een derde van het totale exportvolume aan varkensvlees, tonen Europese exportcijfers, en daarmee heeft het een grote invloed op de prijs van varkens en dus op het inkomen van de boer. Maar het land wordt getroffen door varkenspest en de regering heeft de ziekte niet onder controle. Als ze dat in de komende tijd niet alsnog voor elkaar krijgt, zal de vraag naar Europees varkensvlees daar toenemen en kan de varkenssector snel uit het dal klimmen. Blijft die vraagtoename uit, dan zal het herstel een stuk langzamer gaan.