Het effect van zonnepanelen op de WOZ-waarde
WOZ-waardering
De gemeente gaat uit van de waarde die de onroerende zaak heeft op 1 januari van het voorgaande jaar, ook wel de waardepeildatum genoemd. Bij de bepaling van de WOZ-waarde gaat de gemeente uit van de marktwaarde en kijkt naar alle onroerende delen van de woning. Wettelijk is geregeld dat de grond alsmede gebouwen die met de grond zijn verbonden als onroerend worden aangemerkt. Dat geldt ook voor alle zaken die naar de aard en inrichting bestemd zijn om duurzaam ter plaatse te blijven.
Zonnepanelen die op het dak van een huis zijn bevestigd, zijn onroerend en maken deel uit van de waarde van de woning. De gemeente dient te bepalen wat de verhoging van de marktwaarde van de woning is als er zonnepanelen zijn geplaatst. Deze waardevermeerdering baseert de gemeente op verkoopprijzen van woonhuizen met en zonder zonnepanelen. Het is immers niet zo dat het bedrag van de investering in zonnepanelen gelijk staat aan de waardevermeerdering van het woonhuis.
Meer weten over de bepaling van de WOZ-waarde?, Neem vrijblijvend contact op met Bart van Kessel via telefoonnummer 0413-336524 of vul het contactformulier in.
Kwalificatie zonnepanelen
In de praktijk ontstaat er regelmatig onduidelijkheid over de kwalificatie van zonnepanelen voor de WOZ. Vanuit de rechtspraak blijkt dat zonnepanelen op woonhuizen als onroerende zaak moeten worden aangemerkt als deze naar aard en inrichting bestemd zijn om duurzaam ter plaatse te blijven. Er zijn naar aanleiding daarvan in de politiek zelfs vragen over gesteld aan de staatssecretaris van Financiën. Zonnepanelen die op het dak zijn gemonteerd, zouden als roerend aangemerkt moeten worden, waardoor ze niet meetellen bij de vaststelling van de WOZ-waarde van de eigen woning. Het antwoord van de staatssecretaris is dat de rechtspraak hieromtrent helder is en dat zonnepanelen onroerend zijn en derhalve betrokken moeten worden in de WOZ-waarde.
Werktuigenvrijstelling in relatie tot zonnepanelen
De Waarderingskamer, een organisatie die toezicht houdt op de vaststelling van WOZ-waarden, heeft een instructie voor gemeenten gepubliceerd. Daarin staat dat de werktuigenvrijstelling voor zonnepanelen op woningen doorgaans wordt uitgesloten.
Maar wat houdt die werktuigenvrijstelling precies in? Om te kunnen voldoen aan deze vrijstelling gelden een aantal criteria:
- het werktuig moet door bestemming onroerend zijn;
- het moet een werktuig zijn ten behoeve van een productieproces en dus niet een installatie ten behoeve van het functioneren van een gebouw (bijvoorbeeld een lift);
- het moet afgescheiden kunnen worden zonder beschadigingen aan die werktuigen;
- het is geen op zichzelf gebouwd eigendom.
Door de Waarderingskamer is vastgesteld dat zonnepanelen weliswaar als werktuigen zouden kunnen worden gekwalificeerd, maar dat de werktuigenvrijstelling niet van toepassing is omdat de zonnepanelen dienstbaar zijn aan de woning. Soms hebben de zonnepanelen een andere eigenaar (opstalrecht) of gebruiker (bijvoorbeeld een energiecorporatie). In dat geval vormt de zonne-energiecentrale, bestaande uit de zonnepanelen, de elektronica en de aansluiting, op het dak een zelfstandig WOZ-object. De zonnepanelen zelf behoren dan wél tot de grondslag voor de WOZ-waarde, maar de elektronica en de aansluiting niet want die vallen onder de werktuigenvrijstelling.
Met de opkomst van het plaatsen van zonnepanelen op daken wordt ook de kwalificatie van zonnepanelen onder de loep genomen. Vanuit jurisprudentie blijkt dat geplaatste zonnepanelen op daken als onroerende zaak worden aangemerkt en dit de WOZ-waarde van de woning verhoogt. Het enige positieve gevolg hiervan is dat de rente voor een eventuele lening die verband houdt met de aanschaf van zonnepanelen aftrekbaar is.
Ontvangt u de WOZ-beschikking en twijfelt u over het effect van uw zonnepanelen op de waarde van uw woonhuis, neem vrijblijvend contact op met Bart van Kessel, relatiemanager bij ABAB via telefoonnummer 0413-336524 of vul het contactformulier in.
Tekst: Sophia van Vijfeiken