Tips van kraamverzorgster Teunter
Lisette Tuenter helpt varkenshouders als kraamverzorgster. Omdat een dierenarts en een voerleverancier meestal de koppeling met de dagelijkse praktijk missen, is Tuenter de schakel ertussen, die met de varkenshouder meedenkt. Een lijst aanvullende tips van de praktijkvrouw in de kraamstal.
- Gelten kunnen best 14 tot 15 biggen aan mits ze bij dekken 140 kg wegen, en niet te jong en in goede conditie zijn bij het werpen. Tuenter: „Wel meteen volleggen, dan ontwikkelt het uier zich goed."
- Als er een toom achterblijvers dreigt te ontstaan, kun je volgens Tuenter overwegen om een hele toom tegelijk over te leggen, waarbij je moet weten ‘dat een oudere zeug minder makkelijk accepteert dan een jongere’.
- Tuenter heeft ooit nachtenlang onderzocht of ‘bijvoelen’ een beter geboorteresultaat opleverde bij oudere worp zeugen, maar zij ondervond dat bijvoelen niet meer levende biggen opleverde. Geschikt voer en geen stress verkorten het geboorteproces wel.
- Stoppen na drie dagen met een antibioticakuur; is een irritante fout op het flesje van de dierenarts wat Tuenter betreft, want pas ná drie dagen zie je vaak of de kuur aanslaat. Zonder enige aarzeling deelt Tuenter mee dat een pijnstiller met ontstekingsremmer geen oplossing is voor een kreupele zeug. „Een kreupel varken waarbij de behandeling niet aanslaat, zou vaak veel sneller uit zijn lijden moeten worden verlost door euthanasie; want weken laten hinken, kost niet alleen meer dan een spuitje, maar bovendien frustreert het creperen de varkenshouder enorm. Oftewel, de behandeling moet qua duur passend zijn bij de aandoening, en dat is, voor een spoedig herstel, soms langer dan de drie dagen die vermeld worden op het etiket van het middel."
- Tuenter: „Luister naar het geknor. Roept een zeug haar biggen wel en werkt dit aanstekelijk op de rest van de afdeling?" Een zeug die lekker in haar vel zit, presteert beter en heeft minder uitval.
- Biest is het allerbelangrijkste, en alleen de biest van de eigen moeder biedt kant en klare afweercellen. Maar biest van een andere zeug is altijd beter dan niets, volgens de kraamverzorgster.
- De enige echte oplossing heeft Tuenter niet altijd paraat voor een varkenshouder die haar hulp inroept, maar ze adviseert varkenshouders per jaar één doel te stellen en daar aan te werken. Elke drie maanden evaluren van de resultaten en de gezette en te zetten stappen hoort daarbij.
- Onzekerheid proberen te overwinnen en op je gevoel vertrouwen, is wat je moet doen in een kraamstal. „Twijfel niet aan jezelf. En leg niet bij ieder akkefietje de lat weer hoger of juist lager. Ga ervoor, werk aan je doelstelling."
- Je kunt pleiten voor zo uniform mogelijke biggen in een toom. Een ander zegt echter; „nee, juist liever verschillen; dan hoeven de biggen niet te vechten want er is een duidelijke rangorde; de grote is de baas." Deze verschillen van inzicht zullen altijd ter discussie staan; ze houden het vak interessant, maar Tuenter bepleit wel véél meer openheid in de sector; „We moeten en kunnen nog zoveel van elkaar leren!"
Lees het hele verhaal van Lisette Tuenter in het magazine Pig Business van donderdag 5 februari.