Technische innovaties in EU-landbouw ongelijk beoordeeld
JWEspo, de onderneming van Jan Waayer, is al acht jaar bezig met de ontwikkeling van een biobed-luchtreiniger. Hiervan toonde Waayer reeds aan de emissie van ammoniak, fijnstof en de geur drastisch te reduceren. De ondernemer zegt zich gefrustreerd te voelen doordat de Nederlandse geaccrediteerde onderzoeksorganisatie steeds met nieuwe, irrelevante zaken aankomt die hij moet laten onderzoeken. Inmiddels investeerde de kleine onderneming tonnen in de ontwikkeling en is er nog geen zicht op markttoegang. „Terwijl het om een bewezen techniek gaat en mijn installatie in Duitsland door een ander geaccrediteerde instelling wel goedgekeurd werd op de emissiereducties”, aldus Waayer tijdens het bedrijfbezoek van EU-parlementslid Schreijer (CDA)..
Geen geuruitstoot
Er draait in Duitsland zelfs zo’n installatie bij een varkenshouderij, die zich nagenoeg in een dorpskern bevindt. De installatie neemt ook alle geurhinder voor de omwonenden weg. EU-parlementslid Schreijer volgde deze businesscase al een tijdlang, maar toonde zich opnieuw verrast: „Het mag niet zo zijn dat het ene gecertificeerde en geaccrediteerde bureau binnen de EU een innovatie afkeurt, die door een ander wordt goedgekeurd. Voor zover ik weet komt deze werkwijze alleen in de landbouw voor en niet in andere sectoren.”
Gelijk speelveld
In de inleiding die Schreijer hield ter gelegenheid van haar bedrijfsbezoek zei ze onder meer: „Essentieel is het bereiken van technologieneutraliteit en een gelijk speelveld in Nederland en Europa. Uitgangspunt zijn resultaten en doelstellingen van emissiereductie fijnstof, ammoniak en vluchtige organische stoffen. Alle beschikbare technieken dienen te worden beoordeeld, ingezet en gefaciliteerd om te voldoen aan de maatschappelijke eisen op het gebied van milieu en klimaat. De win-win-situatie voor veehouder én dierenwelzijn moet voorop staan.” Wat de politica betreft moeten innovatieve ondernemers ook op dit gebied de ruimte krijgen bij hun internationale markttoetreding.
Biologische bedrijven ‘vuil’
In de casus van JWEspo heeft het alle schijn dat de WUR en TAC-RAV de beoordeling traineren. Volgens een aanwezige biologische varkenshouder geldt dat ook voor de beoordeling van biologische varkenshouderijen. „Mijn biologisch bedrijf wordt als ‘vuil’ ervaren; men kan de emissies wel heel precies meten maar er zijn geen duidelijke normeringen voor biologische bedrijven. En als ik dat wil moet ik daarvoor tonnen investeren. De afwezigheid van dergelijke beoordelingssystemen betekent in Noord-Brabant dat de hele biologische varkenshouderij op slot staat, omdat men ook in de biologische varkenshouderij de emissies met 40 procent moet reduceren.”
Kern van boodschap
Schreijer zei ten aanzien van dit laatste in haar toespraak: „Een gelijk Europees speelveld bij het voldoen aan de richtlijn nationale emissieplafonds luchtverontreinigende stoffen moet ook in Nederland voorop staan. Biologische en andere nieuwe emissiereductietechnieken die in anderen lidstaten zoals Duitsland worden erkend als werkzaam, dienen ook in Nederland in elk geval een kans te krijgen.” De kern van de boodschap die de politica overbracht was dan ook: „Voor mij kan het niet zo zijn dat nieuwe biologische methoden voor emissiereductie door personeelstekorten of een mogelijk gebrek aan technologieneutraliteit bij de technische adviseurs niet op de markt kunnen worden gebracht of de markttoegang worden verhinderd.”
Sneller realiseren
Al in 2014 overlegde Schreijer met Duitse ontwikkelaars over dezelfde problemen als waar het momenteel bij Tac-Rav en de WUR over gaat in de casus van dit biobed-luchtreiniger voor veestallen. Opvallend afwezig maar wel uitgenodigd voor het bedrijfsbezoek van Europarlementariër aan JWEspo waren afgevaardigden van lokale en provinciale politiek; zeker ook belanghebbenden in deze zaak. De provincie Overijssel kende het bedrijf een ontwikkelingssubsidie toe van circa 60.000 euro.