Varkenshouder hervat castreren biggen
Meer dan 70 procent geeft als reden om weer te gaan castreren dat de markt of mester erom vraagt. Daarmee lijkt de markt voor berenvlees voorlopig verzadigd te zijn. „De markt wil geen stinkvlees”, is een veelgehoorde reactie, maar voor 11 procent van de zeugenhouders speelt dierenwelzijn ook een rol om weer verdoofd te gaan castreren.
Juist de onrust, stress en verwondingen door de beren zien zij als een obstakel. Ook vinden sommige varkenshouders dat het daarnaast gemakkelijker is om te castreren, dan om op een later tijdstip de biggen te vangen en verslepen.
Eisen markt en mester
Uit het Pig Business onderzoek blijkt verder dat op dit moment 63 procent van de varkenshouders niet castreert en 37 procent castreert. Dat percentage lag eind 2013 op 74 en 26 procent. Voornaamste reden om niet te castreren betreft de eisen van de markt en de mester (37 procent). Veelal gaat het hier om mesters die voor Good Farming Star, Keten Duurzaam Varkensvlees of het Beter Leven Keurmerk produceren.
Een andere belangrijke reden voor 32 procent van de ondervraagden om niet te castreren, is dat de betere voerwinst van beren opweegt tegen de extra kosten van niet-castreren en kortingen. Dierenwelzijn werd slechts door 6 procent als reden opgegeven of (5 procent) maatschappelijk druk.
60 procent van de castrerende varkenshouders zal besluiten om niet meer te castreren als de markt en mester hierom vragen. Anderen zullen stoppen met castratie als de nadelen van stress, onrust en berengeur worden opgelost of als niet-castreren een beter saldo oplevert.
Daarnaast zal 38 procent van de niet-castrerende varkenshouders castratie overwegen als blijkt dat de consumptie en afzet door de berengeur afneemt of als de korting op beren te hoog wordt. Overigens denkt 44 procent van de ondervraagden dat niet-castreren de toekomst heeft. 30 procent verwacht geen toekomstperspectief en 26 procent heeft hierover geen mening.
Lees meer over het praktijkonderzoek in het magazine Pig Business van donderdag 5 februari.