Van Paassen stopt uit onvrede als voorzitter
In een gezamenlijke persverklaring met Mestac zegt John van Paassen. „Veel veehouders kiezen niet voor een collectieve, coöperatieve aanpak van mestafzet en mestverwerking waar de Nederlandse veehouderij juist zo veel baat bij heeft.” Daarnaast faalt het overheidsbeleid volgens Van Paassen op diverse punten waardoor een structurele mestafzet niet van de grond komt. Voor het bestuur van Mestac komt deze beslissing totaal onverwacht. Zij gaan op zoek naar een geschikte opvolger.
Rust creëren in markt
Volgens Van Paassen is het na twaalf jaar voorzitterschap bij Mestac tijd voor een andere voorzitter. Hij kan er als voorzitter zelf niet langer voldoende energie meer voor opbrengen. Vanuit Mestac heeft Van Paassen zich altijd hard gemaakt voor een gezamenlijke aanpak van het mestoverschot. „Door collectief en jaarrond mest af te zetten creëren we rust in de markt. Hierdoor zijn veehouders veel minder speelbal van de mesthandel”, legt hij uit.
„Helaas zie ik keer op keer grote groepen veehouders afhaken als het ergens anders een kwartje per kuub goedkoper is, vaak door een ‘andere’ interpretatie van de regels. Daarmee kunnen wij als coöperatie niet verder bouwen aan de gedegen en gestructureerde mestafzet en mestverwerking die de sector zo hard nodig heeft. Het stelt mij enorm teleur dat veel veehouders hun individuele, korte termijn belang steeds voorop zetten, maar tegelijkertijd wel zeggen dat Mestac belangrijk is voor de toekomst van de veehouderij. Een dergelijk gedrag staat de noodzakelijke veranderingen in de weg.”
Mestpool, Merensteyn, Semac en Ecoson
Van Paassen kijkt met trots terug op de dingen die hij samen met het bestuur en medewerkers van Mestac in de afgelopen jaren heeft gerealiseerd. „Zaken als De Mestpool, Mestverwerking Ecoson, Semac en het verkrijgen van alle vergunningen voor het verwerken van 200.000 ton mest op locatie Merensteijn zijn een succes te noemen. Helaas wordt ook het opstarten van mestverwerking Merensteijn nog steeds niet door de sector omarmd. Hiervoor hebben we ongeveer 3.500 euro per lid nodig en dat lukt ons niet.”
Volgens Van Paassen rennen veel veehouders al meer dan 10 jaar achter allerlei onzekere initiatieven aan die beweren voor 10 euro per kuub het mestprobleem op te lossen. „Waar dat toe leidt hebben we recentelijk weer in de media kunnen lezen. We zullen nu opnieuw de handen in elkaar moeten slaan op die plaatsen waar de vergunningen voor handen zijn en men kiest voor bewezen verwerkingstechnieken.” Van Paassen vraagt zich echter sterk af of de sector zich realiseert wat hen te wachten staat wanneer wij komend jaar 60 tot 70 procent van het mestoverschot moeten verwerken. Terwijl tegelijkertijd de veestapel groeit en de mest aanwendingsnormen opnieuw lager worden.
Falend overheidsbeleid
Door een falend overheidsbeleid is het draagvlak voor het mestbeleid volgens van Paassen tot ver onder nul gedaald. „Bemestingsnormen dreigen zo laag te worden dat normale bedrijfsvoering niet meer mogelijk is. Verder worden op dit moment veehouders en akkerbouwers vervolgd omdat ze soms 100 kg stikstof niet kunnen verantwoorden. Dit terwijl intermediairs een speciale ontheffing hebben waardoor ze geen stikstof hoeven te verantwoorden. Dit leidt er toe dat bij mesthandelaren miljoenen kilo’s stikstof verdwijnen zonder dat het voor hen gevolgen heeft.”
„Ondanks dat deze verdwijningen staan geregistreerd bij het RVO doen de Tweede Kamer en het Ministerie hier niets mee. Men probeert aan alle kanten fraude met fosfaten tegen te gaan en laat tegelijkertijd het nitraat probleem fors groeien. Gevolg is dat veehouders en akkerbouwers opnieuw geconfronteerd worden met nog scherpere normen.”
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Gerard Burgers