Duitsland blijft belangrijkste handelspartner varkensvlees
Tegenover deze export staat echter ook een import van 477 miljoen euro, waarvan 60 procent (285 miljoen euro) uit Duitsland. Duitsland is daarmee voor Nederland het belangrijkste handelsland voor varkensvlees, resulterend in een nettohandelsbalans van min 33 miljoen euro. Duitsland is voor Nederland ook een belangrijke bestemming voor levende varkens (biggen en slachtvarkens), waarvan de waarde in 2017 circa 800 miljoen euro bedroeg (CBS). In 2018 zal de waarde van de export van levende dieren naar Duitsland lager zijn door gedaalde marktprijzen en minder uitgevoerde vleesvarkens.
Duitse slachterijen
Het door Duitsland ingevoerde varkensvlees bestaat voor een groot deel uit Nederlandse varkens die eerst levend zijn vervoerd naar en vervolgens zijn verwerkt in Duitse slachterijen. Daaronder bevinden zich ook varkens die volgens het Nederlandse kwaliteitsprogramma's ‘Varkens van Morgen’ en het Beter Leven-keurmerk zijn geproduceerd en naar de Nederlandse supermarkten gaan.
Dat deze varkens in Duitsland geslacht en verwerkt worden, hangt samen met de nabijheid van meerdere slachthuizen op vergelijkbare transportafstand als binnen Nederland en de hoge efficiëntie van sommige Duitse slachthuizen, die daardoor concurrerende inkoopprijzen voor vleesvarkens kunnen betalen.
De totale exportwaarde van varkensvlees vanuit Nederland stagneert volgens het CBS, na jarenlange stijgingen. De exportwaarde is gestegen van circa 1,5 miljard euro in 2010 tot ruim 30 procent hoger: 1,9 miljard euro in 2017. Maar in 2018 daalt de exportwaarde door lagere prijzen van vleesvarkens en vooral biggen.
Uitvoerwaarde Duitsland lager
Italië is in waarde gemeten de grootste afnemer van varkensvlees uit Nederland, gevolgd door Duitsland en Griekenland. De totale afzet van varkensvlees naar Duitsland in 2018 is geraamd op 252 miljoen euro; 5 procent minder dan in 2017. China is twee plaatsen teruggevallen, van de vierde naar de zesde exportbestemming in 2018, doordat de exportwaarde 30 procent is gedaald. De totale exportwaarde naar de vijf grootste afzetlanden bedraagt bijna 1 miljard euro, oftewel 53 procent van de totale exportwaarde vanuit Nederland.
Export niet-Europese landen
De afzet naar niet-Europese bestemmingen is tussen 2010 en 2016 aanzienlijk gestegen, van 196 miljoen euro tot 585 miljoen euro in 2016, vooral door de sterke toename van de afzet naar China, zo blijkt uit de CBS-publicatie. In 2017 is die afzet naar niet-Europese bestemmingen echter met 18 procent gedaald, naar 482 miljoen euro, vooral door de teruglopende afzet naar China en Japan.
Voor 2018 wordt de totale afzet naar niet-Europese bestemmingen iets hoger geraamd, op 514 miljoen euro. De export naar China is opnieuw lager, maar dat wordt gecompenseerd door de hogere afzet naar andere Aziatische bestemmingen, zoals Japan en Zuid-Korea.
De afzet van varkensvlees naar niet-Europese bestemmingen groeit, terwijl de afzet naar EU-landen 9 procent lager is dan in 2017. Vooral de export naar Italië, het Verenigd Koninkrijk en Griekenland is lager geraamd dan in 2017. De exportwaarde naar Duitsland daalt iets minder (5 procent), naar 252 miljoen euro in 2018. Die waarde ligt iets boven het meerjarig gemiddelde van 2010-2017.
Levende varkens
De export van levende vleesvarkens is afgenomen. Daar staat tegenover dat het aantal binnenlandse slachtingen is toegenomen. De binnenlandse slachtcapaciteit is voldoende om meer vleesvarkens te verwerken. Bovendien liggen de uitbetaalde prijzen voor slachtvarkens in Nederland en Duitsland dichter bij elkaar dan tot enkele jaren geleden, waardoor het minder aantrekkelijk is om varkens naar Duitsland uit te voeren.
Nederland is een handelsland met veel uitvoer, maar ook invoer van varkensvlees. Een deel van de export is zogenaamde wederuitvoer: 8 procent van de export heeft betrekking op geïmporteerd varkensvlees dat na eventuele bewerking weer wordt geëxporteerd. Verreweg het grootste deel (92 procent) van de totale uitvoer betreft in Nederland geproduceerd varkensvlees.