Insemineren in kraamstal maakt theoretische worpindex van 2,68 mogelijk
Varkens in Nood: biggen langer bij de zeug houden is mooi streven
Het blijkt mogelijk om berigheid op te wekken bij lacterende zeugen op 24-25 dagen na het werpen en ze met acceptabele resultaten te bevruchten. Dierenarts Frederieke Schouten, Varkens in Nood, voelt in eerste reactie wel iets voor deze nieuwe vorm van reproductiemanagement in de zeugenhouderij: „Als deze verbetering lukt, zonder de boeren extra kosten op te dringen door een langere zeugencyclus, dan zijn wij daar zeker voor! Want wij vinden het een heel mooi streven om de biggen langer bij de zeug te houden. Als het lukt om de zeugen te insemineren en daardoor de biggen niet langer op een te vroeg moment te spenen, dan zou dat een heel positief effect hebben op de gezondheid en het welzijn van de biggen, én een knelpuntmoment voor antibioticareductie wegnemen.”
Kanttekeningen
Toch zet Frederieke Schouten vervolgens ook (veel) kanttekeningen bij de genoemde ‘Australische’ methode: „Ten eerste zouden we de kraamperiode van de zeugen in de huidige kraamkooien niet graag verlengd zien. In vrijloopkraamhokken en bij scharrel- en biosystemen is het wél een goed idee. Dus misschien kan dit in die combinatie worden uitgevoerd? Ten tweede zijn we als Varkens in Nood tegen het gebruik van hormonen om in te grijpen in de hormonale huishouding van dieren, wanneer daar niet een diergeneeskundige noodzaak voor is. Dat vinden wij trouwens niet alleen, dat vindt ook vereniging voor dierenartsen KNMvD. Deze heeft een standpunt ingenomen over fertiliteit/management gerelateerd hormoongebruik in de melkveehouderij.”
Bloedboerderijen
Frederieke Schouten zet ook haar kanttekeningen bij het gebruik van PG600. Dit maakt gebruik van het hormoon PMSG (Pregnant Mare Serum Gonadotropine). Dit wordt gewonnen op ‘bloedboerderijen’ in Argentinië en Uruguay. Schouten: „Hier wordt het bloed van duizenden drachtige merries afgenomen zonder inachtneming van hun welzijn en gezondheid of het effect hiervan op hun veulen. Een varkenshouder die zich daarin verdiept, zou wel eens tot de conclusie kunnen komen daar eigenlijk niet aan mee te willen werken.” Schouten gaat meer voor de natuurlijke wijze: „Wanneer er op natuurlijk wijze (door beweging, buitenlucht, beercontact etc) berigheid ontstaat bij de zeug, na een paar weken zogen van de biggen, dan zou die berigheid wél gebruikt kunnen worden.”
Worpindex al te hoog
De nieuwe vorm van reproductiemanagement maakt een - theoretische - worpindex van 2.68 mogelijk. Namelijk 365/136. Maar over dit eventuele effect is Schouten heel duidelijk. „Wij vinden niet dat de cyclusduur voor een zeug nóg verder ingekort moet worden. Circa 2,4 keer afbiggen per jaar is in onze ogen al te veel. Dit vraagt extreem veel van de zeug. Dit mag wat ons betreft niet nóg intensiever worden. Kortom de worpindex mag door deze methode niet stijgen.” Wat Varkens in Nood betreft moet er absoluut ook niet gestart worden met spenen vóór week vier: „Het stressmoment van spenen moet natuurlijk zeker niet nóg verder vervroegd worden dan het nu al is.”
Bedenkingen bij dierenartsen
Er zijn volgens in Varkens in Nood dus toch wel wat ethische hindernissen. Of er ook wettelijke bezwaren bestaan tegen deze vorm van reproductiemanagement is Schouten onbekend. Maar, ze zegt wel: „Aangezien PG600 nu door varkenshouders ingezet mag worden, met als indicatie onder andere ‘cyclusstarter’, ben ik bang dat de wetgeving hier geen strobreed in de weg legt. Ik hoop alleen dat dierenartsen hier toch ook hun serieuze bedenkingen bij hebben, en het hormoon hiervoor niet willen leveren.”
Op 9 weken spenen
Overigens ook Wageningen University & Research publiceerde in 2017 een rapport over dit onderwerp. Daarin vergeleken ze de resultaten van biggen, geboren in een groepskraamsysteem, die op 4 of 9 weken gespeend zijn. Van de biggen die op 9 weken gespeend zijn, waren de zeugen geïnsemineerd tijdens de lactatie. Recentelijk is er een vergelijkbaar onderzoek op Sterksel gestart, waarbij de biggen op 9 weken gespeend zijn en waar de zeugen geïnsemineerd zijn tijdens de lactatie.