Met eigen voer een betere diergezondheid
Roelof Holdijk (foto) omschrijft het gekozen pad als een weg die hen veel tijd heeft gekost, maar ook veel kennis heeft opgeleverd. Roelof (40) en Arjan (46) Holdijk begonnen heel kleinschalig twee jaar geleden hun eigen voer samen te stellen. Via Mijnvoer.nl begonnen ze eigen recepturen samen te stellen voor hun vermeerderingsbedrijf met 700 zeugen in Haarlo. Aanleiding was een aantal gezondheidsproblemen bij de varkens. „De zeugen waren griepgevoelig, we hadden last van zwakke biggen bij de geboorte en bij de gespeende biggen hadden we last van dunne mest”, zegt Roelof.
Gebreken maskeren
Met hun dierenarts Arjan Schuttert keken ze kritisch naar de bedrijfsvoering. „We kwamen tot de conclusie dat we niet heel veel verkeerd deden. In de stal werken we vrij hygiënisch en strikt, maar toch konden we de problemen daarmee niet verhinderen.” Ook de vaccinaties waren voor hen niet de uitkomst. De zeugen vaccineren ze met: griep, Coli, PRRS, Clostridium, Parvo en vlek. De gespeende biggen krijgen een enting tegen Mycoplasma en Circo. Reden om kritisch te kijken naar het voer. Vooral Arjan Holdijk stortte zich op de literatuur die er over varkensvoeding beschikbaar was.
„Na zes maanden dachten we dat we alles over voer wisten. Maar toen ging het drie maanden flink mis en werden we weer met beide benen op de grond gezet.” Hun uitgangspunt is dat het voer goed genoeg moet zijn, zonder dat er additieven als zuur of mineralen aan het drinkwater moeten worden toegevoegd. „Dat zijn lapmiddelen en maskeren de gebreken van het voer.” Na vier verschillende voerfabrikanten en twee jaar veranderingen doorvoeren in de receptuur, hebben ze nu sinds drie maanden dezelfde voersamenstelling gevoerd. Een eigen receptuur dat ze hebben opgesteld en is uitbesteed aan een voerfabrikant. „De zeugen hebben een glanzende vacht, we zien mooiere biggen bij de geboorte, de diarree is helemaal verdwenen en we hebben een betere groei bij de gespeende biggen.”
Boven landelijke voerprijzen
Ze zitten met hun voerpakket wel boven de landelijke LEI-voerprijzen. Ze hebben vier verschillende voersoorten: drachtkorrel (24,50 euro), lacto (29 euro), speenkorrel (45 euro) en biggenkorrel (35 euro). „We voegen extra vismeel, visolie en aminozuren toe in ons recept”, verklaart Roelof het prijsverschil. Het antibioticagebruik is de laatste vier jaar bijna gehalveerd. In 2011 zaten ze nog op 9,78 dierdagdoseringen (ddd). Vorig jaar was dit al gedaald tot 6,46 ddd bij de zeugen en gespeende biggen.
Naast de aanpassingen in voer, doen ze sinds 2003 hun eigen geltenaanfok. Voorheen hadden ze Topigs 50. Omdat ze niet tevreden zijn over de worpgroottes, kruisen ze de dieren nu in met Deense genetica. Het grote voordeel van eigen geltenaanfok vindt Roelof de stabiliteit. „Je voert geen nieuwe ziektekiemen aan.” Een nadeel vindt hij de genetische vooruitgang die minder snel verloopt. De zeugen dekken ze met sperma van hun eigen bedrijfs k.i.-beren. Ze hebben de PIC 408 als eindbeer.
Voormalig scharrelvarkensbedrijf
Het varkensbedrijf aan de Groenloseweg in Haarlo is een voormalig scharrelvarkensbedrijf. Roelof en Arjan namen het bedrijf in 2000 over van hun ouders. In 2004 hadden ze nog 380 scharrelzeugen. Wegens de onzekere marktomstandigheden in het scharrelvleessegment, besloten ze om over te stappen op de reguliere varkenshouderij. Een flinke investering was nodig om uit te breiden naar 700 zeugen.
Naast de zeugen en gespeende biggen hebben ze nog plaats voor 200 opfokgelten in Haarlo. Sinds januari huren ze in het Gelderse Kootwijkerbroek een stal voor 800 vleesvarkens. Hier mesten ze de restbiggen af van de gespeende biggenstal en fokkerij. De arbeid wordt in deze stal helemaal uitbesteed. Volgens Roelof streven de broers naar een voerwinst van 625 euro per aanwezige zeug. „Daar hebben we nog elk jaar aan voldaan.”
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Renate Holdijk