Varkenshouders dienen weer bij te dragen aan Diergezondheidsfonds
Tot 2014 moesten varkenshouders voor elk geslacht of geëxporteerd varken een bijdrage doen aan het Diergezondheidsfonds. Dit fonds verstrekt een vergoeding aan veehouders wiens bedrijf wordt geruimd bij een dierziekte uitbraak zoals varkenspest, MKZ en Aujeszky. Uit dit fonds wordt ook de sectorale bijdrage voor de diergezondheidsmonitoring betaald. Doordat Nederland in de afgelopen bespaard is gebleven van aangifteplichtige dierziekten stegen de reserves. Dit is de reden dat de varkenshouders in de afgelopen vier jaren geen bijdrage hoefden te betalen. Het slinken van de reserves maakt een bijdrage nu weer noodzakelijk. Zo schrijft het convenant Diergezondheidsfonds voor dat de sectoren verplicht zijn voldoende reserves op te bouwen, zodat bij een uitbraak de getroffen veehouders direct kunnen worden uitbetaald. Op basis van het huidige convenant dient de varkenshouderij te beschikken over een crisisreserve van 9,8 miljoen euro. De afspraak is gemaakt dat deze reserves in 2019 en 2020 weer worden opgebouwd. Daarom is besloten om dit jaar de reserves via een verplichte bijdrage op peil te brengen. Daartoe krijgt de varkenshouder voor elk in 2018 afgevoerd varken 0,1967 euro (bijna 20 cent) in rekening gebracht. Het aantal dieren wordt vastgesteld op basis van gegevens afkomstig uit de I&R-databank van RVO. Deze databank wordt gevuld via MijnPOV en Varkenspost op basis van de verplichte meldingen die varkenshouders moeten doen.
Geschiedenis
In 2000 is het Diergezondheidsfonds in het leven geroepen als reactie op de uitbraak van varkenspest in de jaren 1997 en 1998. Die bracht een enorme schade toe aan de varkenshouderij. De POV zegt achter de afspraken te staan die zijn vastgelegd in het Diergezondheidsfonds. Ze ziet de bijdrage van de varkenshouders als een ‘verzekeringspremie’ met een eigen risico (plafond). De POV wil deze ‘verzekeringspremie’ voor de varkenshouders zo laag mogelijk houden. Daartoe bewaakt ze de uitgaven vanuit het fonds en overlegt over de bestedingen.
Vergoedingen uit Diergezondheidsfonds
Varkenshouders krijgen vanuit het Diergezondheidsfonds de directe schade door het ruimen van dieren vergoed. De dieren worden getaxeerd en marktconform uitbetaald. De leegstand van bedrijven, bijvoorbeeld omdat er vanwege vervoersverboden geen dieren mogen worden opgelegd, wordt gezien als een bedrijfsrisico en daarom niet vergoed. Uit het Diergezondheidsfonds wordt ook de diergezondheidsmonitor betaald. Die monitor bestaat uit activiteiten van de GD. De totale kosten jaarlijkse kosten voor dit programma bedragen 1,3 miljoen euro miljoen. De overheid betaalt hiervan de helft. Verder zijn er vaste kosten voor bijvoorbeeld het op voorraad hebben van vaccins tegen bijvoorbeeld de KVP en MKZ. Ook het op orde hebben van de voorzieningen voor het onderzoeken van verdenkingen en het beschikbaar hebben van apparatuur om de besmette varkens snel en humaan te kunnen doden, kost geld.