'Ammoniakemissie hoger dan verondersteld'
Volgens het RIVM blijkt dit uit de definitieve emissiecijfers van grootschalige luchtverontreinigende stoffen in Nederland over de periode 1990-2013, die zijn samengebracht in de Emissieregistratie van het RIVM.
Meer ammoniak uit mest
Als gevolg van de nieuwe inzichten zijn bepaalde emissiefactoren nauwkeuriger berekend. Zo blijkt mest meer stikstof te bevatten, die in de vorm van ammoniak vrijkomt als het op het land wordt gebruikt. Verder is de bijdrage van wegverkeer aan de ammoniakuitstoot in Nederland hoger dan eerder gedacht.
Een van de bronnen die volgens internationale voorschriften (EMEP Guidebook 2013) nu is meegenomen in de berekeningen, is de uitstoot van ammoniak door gewassen terwijl ze rijpen (‘gewasafrijping’) en na de oogst. Hetzelfde geldt voor de ammoniak die vrijkomt bij het gebruik van compost (van gft-afval) op het land en het slib van rioolwaterzuiveringsinstallaties.
Emissieplafond
De RIVM heeft de ammoniakemissies over de periode van 1990 tot en met 2013 herberekend. Volgens het Rijksinstituut blijkt de uitstoot over de hele reeks van jaren ongeveer 15 kiloton per jaar hoger dan eerder berekend. Daarmee is de uitstoot meer dan het maximum dat Europese Unie hieraan sinds 2010 stelt. De dalende trend blijft onveranderd. Het RIVM verwacht dat het emissieplafond in de komende jaren wordt gehaald.
Volgens het RIVM blijven de emissies van stikstofoxiden, zwaveldioxiden en niet-methaan vluchtige organische stoffen licht dalen. Ze verwacht dat deze emissies wel onder de Europese maxima blijven. Nederland voldoet daardoor aan drie van de vier ‘nationale emissieplafonds’ (NEC).
Behalve bovengenoemde stoffen gaat het om de uitstoot van koolmonoxide, fijn stof, zware metalen en persistente organische stoffen. De uitstoot van al deze stoffen is tussen 1990 en 2013 gedaald. Dit komt volgens het RIVM vooral door schonere auto’s en brandstoffen en door emissiebeperkende maatregelen in de industrie.