Chinese varkensprijzen stijgen door varkenspest en lagere productie
De varkensprijzen in de belangrijkste consumptie- en productiegebieden van China stegen afgelopen weekend met gemiddeld met 7 procent. Hoewel de vraag in deze periode van het jaar doorgaans zwak is, zijn de prijzen in het hele land sinds begin maart met bijna 20 procent gestegen. De belangrijkste reden voor stijgende prijzen is dat er minder varkens zijn. De situatie wordt nog verergerd, omdat sommige boeren ook terughoudend zijn om te verkopen, in de overtuiging dat een verdere vermindering van de voorraden in de komende weken tot nog hogere prijzen zal leiden.
De productiecapaciteit van varkens is de afgelopen twee jaar gedaald en in de tweede helft van vorig jaar zijn de uitbraken van Afrikaanse varkenspest opnieuw van invloed geweest op de productie waardoor de prijzen zijn gestegen. Sommige boeren hebben zelfs de productie stopgezet nadat overheidsmaatregelen de handel onmogelijk maakten.
Er zijn nu 111 bevestigde gevallen in 28 provincies en regio's verspreid over het land, waarbij ongeveer een miljoen varkens zijn geslacht, omdat de autoriteiten proberen de verspreiding ervan te beheersen. De varkensstapel van China was 13 procent lager in januari; vergeleken met dezelfde maand vorig jaar, terwijl het aantal fokzeugen 15 procent daalde.
Rabobank voorspelt dat de varkensvleesproductie in China in 2019 met wel 20 procent zou kunnen dalen, terwijl Global food consultancy Gira een daling van 7 procent verwacht. Dit zal naar verwachting tot een sterke stijging van de binnenlandse Chinese varkensvleesprijzen leiden en een hogere importvraag, die waarschijnlijk een 'overschot' product op de wereldmarkt zal absorberen. Als China meer dan 50 miljoen ton varkensvlees per jaar produceert, zou een productiedaling van 5 procent een leveringskloof van meer dan 2,5 miljoen ton betekenen. China importeerde in 2018 ongeveer 2 miljoen ton aan varkensvlees en slachtafval.