Export varkensmest nauwelijks gegroeid in 2018
Werden er in 2017 25.735 vrachten van 847.802 ton geëxporteerd in 2018 lag dit cijfer op 25.983 vrachten en 854.799 ton ofwel een marginale toename van 0,8 procent. Daarmee stijgt de export van varkensmest minder snel dan in voorgaande jaren. Met name in 2014 en 2015 steeg de export met respectievelijk 35,6 en 33,9 procent. De gehalten stikstof en fosfaat daalden echter van 7.526.476 kg fosfaat en 7.370.201 kg stikstof naar 7.196.895 kg fosfaat (min 4,3 procent) en 6.755.806 kg stikstof (min 8,3 procent) in 2018.
Duitsland blijft het belangrijkste exportland voor Nederlandse varkensmest, maar in 2018 nam de export drastisch af. Werden er in 2017 nog 15.010 vrachten en 490.643 ton in Duitsland afgeleverd; vorig jaar lag dit op 12.901 vrachten en 410.340 ton. Dat is een afname van 15,4 procent. De export naar België nam echter met 27,3 procent toe en ligt met 10.575 vrachten en 366.026 ton niet ver meer achter Duitsland. Ook de export naar Frankrijk nam toe. Er werd 8,7 procent meer mest naar de Fransen gebracht met een totaal van 2.364 vrachten en 73.233 ton.
Export niet-varkensmest
Het exportbeeld voor alle Nederlandse veehouderijbedrijven is evenwel anders. Daar was een daling te zien. In 2018 is ruim 3 miljoen ton mest geëxporteerd met daarin 34,3 miljoen kilo fosfaat en bijna 37,0 miljoen kilo stikstof. Gemeten in fosfaat lag de export 14,8 procent lager dan in 2017.
Van de uitgevoerde hoeveelheid fosfaat in 2018 ging ruim 39,5 procent naar Duitsland, 33,8 procent naar Frankrijk en 22,8 procent naar België. Minder dan 4 procent ging naar andere bestemmingen. In vergelijking tot 2017 nam de uitvoer naar Duitsland met ruim 35 procent af, terwijl er in de export naar Frankrijk en België respectievelijk een toename was van 2,1 procent en 12,3 procent. De uitvoer van fosfaat via pluimveemest is na de fipronilcrisis van 2017 vorig jaar met 1 procent toegenomen. De uitvoer van fosfaat via alle andere mestsoorten is lager dan in 2017.