Oud-vakgroepvoorzitter Jan Cees Vogelaar geeft zes aanbevelingen
Kritiek LTO-leden richt zich op landelijk bestuur
Voorzitter Marc Calon van LTO-Nederland stak in december vorig jaar de loftrompet over zijn organisatie, die onder zijn leiding een vechtmachine zou zijn geworden. Uit het onderzoek van Geelen Consultancy komt een heel ander beeld naar buiten. Bijna 14 procent van de 1.968 respondenten zegde de afgelopen vijf jaar het lidmaatschap van LTO op, omdat ze zeer ontevreden zijn over het gevoerde beleid. Bijna hetzelfde percentage deed dat in die jaren daarvoor al. En onder de 47 procent van de respondenten, die aangeeft lid te zijn van een LTO-organisatie, staan veel reacties van boeren die hun lidmaatschap op willen gaan zeggen. Gemiddeld geven de leden de organisaties een 5,0 (ZLTO) tot 5,7 (LLTB). Het laagst van alle belangenbehartigers.
Opvallend is ook het verschil in waardering tussen bestuursleden en leden. Bestuursleden geven flink hogere cijfers met een 6,4 voor LTO Noord en een 7,1 voor de LLTB en LTO/NOP. Het verschil in waardering tussen leden en bestuursleden is bij de LTO-organisaties wel opvallend groter dan bij de andere belangenorganisaties.
Calon
De kritische houding richting de grootste belangenbehartiger richt zich voornamelijk op de handelswijze en koers van het landelijke LTO-bestuur. Met name vanuit de melkveehouderij wordt dat aangegeven. Daarbij wordt de naam van Marc Calon vaak in negatieve zin aangehaald. Gevoelloos, ja-knikker en iemand die achter minister Schouten aan loopt. Eén van de LTO-leden verwoordt het als volgt: „Bij LTO zitten veel te veel pluche-bestuurders. Ze worden na hun aantreden volledig gebrainwasht en moeten zich houden aan de Calon-discipline. Zodra NMV en GRONDig meer invloed krijgen bij gemeente, provincie, LNV en ZuivelNL, zijn wij weg bij LTO.”
Jan Cees Vogelaar, oud-vakgroepvoorzitter melkveehouderij van LTO, vindt de kritiek op Calon niet helemaal terecht. Op verzoek van de redactie duidt hij de uitkomst van dit onderzoek. „Het eigenlijke werk wordt gedaan binnen de vakgroepen en Calon doet vooral het sociaal economische stuk. Ik denk dat hij ook goed is in cao’s en vakbonden. Maar als hij iets zegt over boeren, dan gaat het bij hem mis.”
Afstand leden en benoemde bestuurders
De afstand tussen Calon en de leden is volgens Vogelaar te groot, waardoor persoonlijk contact ontbreekt. „Dat bereik je niet door een Poolse landdag te organiseren met zes- of zevenhonderd leden, maar door kleine bijeenkomsten te bezoeken in bijvoorbeeld Sevenum of Raalte. Alleen staat dat ook niet in zijn functieomschrijving. Het zijn de vakgroepvoorzitters die moeten communiceren. In mijn tijd als vakgroepvoorzitter deed Gerard Doornbos dat wel en wij stemden op melkveehouderij onze boodschap op elkaar af, zodat er geen licht tussen zat. Calon deed dat bij de I&R-fraude niet en dat vond men in de organisatie niet zo’n pretje.”
Een groot manco van de huidige LTO-organisatie is volgens Vogelaar dat het benoemde bestuurders zijn. „Wil je draagvlak creëren, dan heb je gekozen bestuurders nodig. Na drie of vier jaar zijn er dan weer nieuwe verkiezingen en leg je als bestuurder rekenschap af. Heb je het niet goed gedaan, dan is het opschuiven.”
Regionaal beter
In het onderzoek is ook op onderdelen en taken van belangenorganisaties gevraagd naar de waardering. Leden geven belangenbehartiging op nationaal niveau gemiddeld een 5,0, terwijl dat de belangrijkste reden is waarom boeren lid zijn van een LTO-organisatie. Toegevoegde waarde voor het lidmaatschap wordt gewaardeerd met een 4,9 en het aanvoelen van wat er leeft en speelt onder de leden krijgt een 5,0. Van de twaalf onderdelen waarvoor LTO-leden een waardering konden geven, scoren er maar twee boven een 6,0: deskundigheid van regionale bestuurders (6,2) en belangenbehartiging op regionaal niveau (6,4).
In de reacties komt de hogere waardering voor de regionale belangenbehartiging ook terug. Eén van de respondenten zegt: „Regionaal heel goed bezig, landelijk drama... meerdere malen op het punt gestaan om te vertrekken als lid, maar regionale belangen houden me tegen.” Vogelaar ziet hetzelfde. „Ik ben een grote fan van de regionale LTO-organisatie hier in Flevoland, omdat ze zeer goed werk verrichten. Regionaal wordt er erg veel voor boeren op de wal gesleept op provinciaal niveau. Dat zie ik ook in Friesland en Drenthe. En in Overijssel en Gelderland gebeurt nu hetzelfde onder Ben Haarman (voorzitter regio Oost van LTO Noord, red.). Die mensen maken de LTO-organisatie voor de boeren en leden in de regio. Ik zie ook veel bestuurlijk talent in de organisatie, maar die krijgt weinig kansen om zich te ontwikkelen.”
Zes aanbevelingen
Mede op basis van het onderzoek belangenbehartiging geeft Jan Cees Vogelaar zes aanbevelingen aan LTO.
- Vervang benoemde bestuurders door gekozen bestuurders.
- Zorg voor een door leden gedragen sectorale landbouwvisie.
- Verkoop LTO-projecten om belangenverstrengeling tegen te gaan.
- Werk samen met andere belangenorganisaties.
- Organiseer de belangenbehartiging sectoraal.
- Voorkom dwingende geboden tussen sectoren.
Reactie LTO
De redactie wilde de uitkomst van het onderzoek voorleggen aan voorzitter Marc Calon van LTO. Een woordvoerder laat weten dat hij geen tijd kon vrijmaken in zijn agenda. LTO volstaat met een schriftelijke reactie op de uitkomst: „Geelen consultancy en Uitgeverij Agrio toetsen via hun eigen kanalen bij hun aangesloten klanten en lezerspubliek met enige regelmaat hoe zij aankijken tegen de agrarische belangenbehartiging in Nederland. Een deel van de klanten van Geelen Consultancy en lezers van de Agrio-vakbladen, is lid van een agrarische belangenorganisaties en geven hen desgevraagd een beoordelingscijfer. LTO Nederland en gelieerde organisaties zijn meegenomen in deze peiling.
We nemen met interesse kennis van de uitkomst van dit onderzoek omdat we altijd willen weten hoe onze verenigingen nog beter aan kunnen sluiten bij de behoeften van onze (toekomstige) leden. Om die reden voeren we zelf ook regelmaat ledentevredenheidsonderzoeken uit onder onze achterban omdat immers het lid centraal bij iedere vereniging en zo ook bij LTO Nederland en gelieerde organisaties. Op basis hiervan mogen we concluderen dat de leden van onze verenigingen positiever zijn dan de klanten en lezers van respectievelijk Geelen en Agrio. LTO Nederland is een sterke vereniging die naast haar leden staat en die inspeelt op verenigingszin, solidariteit en maatschappelijk draagvlak voor onze sector. Marc Calon, voorzitter van LTO Nederland: “Onze passie, kennis en innovatie staan altijd ten dienste van onze leden. Vanuit onze rol als belangenbehartiger gaan we voortdurend het gesprek aan met onze (toekomstige) leden. Het is van groot belang om onze leden nu en in de toekomst zo goed mogelijk te betrekken bij de beleidskeuzes die we maken.”
Een uitgebreider artikel over LTO staat zaterdag 30 maart in de speciale bijlage Onderzoek Belangenbehartiging die is bijgesloten bij de vier regionale vakbladen Veldpost, Vee & Gewas, Stal & Akker en Agraaf. Nog geen abonnee? Vraag hier een proefnummer aan.
Verantwoording onderzoek
Aanleiding voor het onderzoek is de grote onvrede onder boeren over de belangenbehartiging. Het onafhankelijke onderzoek is uitgevoerd in januari 2019 door agrarisch marktonderzoeksbureau Geelen Consultancy uit Wageningen in opdracht van Agrio uitgeverij. De opzet en vragen zijn van tevoren voorgelegd aan en gelezen door de belangenorganisaties, waarbij LTO voorafgaand aan het onderzoek aangaf positief te staan tegenover de vragenlijst. Het onderzoek is toegestuurd aan 18.500 boeren uit de databases van Agrio en Geelen Consultancy en digitaal verspreid via de websites van Agrio onder met name melkveehouders, akkerbouwers, varkens- en pluimveehouders; de doelgroepen waarop Agrio zich via haar media richt en over een adequate en actuele database beschikt. Het onderzoeksresultaat is gebaseerd op 1968 ingevulde vragenlijsten.