Landbouwcommissie op de bres voor behoud directe inkomenssteun

De belangrijkste wijzigingen liggen op financieel gebied: zo moet de grondgebonden inkomenssteun tegen 2027 binnen een lidstaat of regio volledig gelijkgetrokken zijn. Op het plafond van 100.000 euro steun per begunstigde - dat moest voorkomen dat 20 procent van de landbouwbedrijven met 80 procent van de totale Europese steun blijft lopen - komt een belangrijke uitzondering.

Loon verrekenen

Deze houdt in dat grote agrarische bedrijven, die doorgaans voor ruime werkgelegenheid zorgen, de lonen die zij uitbetalen voor 50 procent mogen verrekenen in de producten die zij op de markt brengen. De landbouwcommissie gaat ervan uit dat deze bedrijven daardoor beneden het plafond van 100.000 euro toe te kennen steun zullen blijven, waardoor zij hun directe steun van de EU niet zullen verliezen. De landbouwcommissie wil vooral voorkomen dat niet-landbouwbedrijven, beleggers en gesubsidieerde instellingen en organisaties met EU-steun gaan lopen. Ze neemt ook afstand van bepaalde voorstellen in een aantal EU-landen om ‘rijke’ boeren helemaal geen financiële steun meer toe te kennen.

Milieu

De landbouwcommissie is verder van oordeel dat de boeren ook een hogere financiële vergoeding moeten krijgen voor hun inspanningen voor het milieu, voor de waterhuishouding en voor de bestrijding van de negatieve impact van de klimaatverandering dan de Europese Commissie voorziet. Dat meer-bedrag zou later vastgesteld kunnen worden bij verdere gesprekken tussen alle partijen.

Jonge boeren

Zoals bekend staat in het Commissievoorstel ook dat minstens 2 procent van de totale EU-landbouwsteun naar jonge boeren moet gaan. Dat moet gebeuren via een extra premie per hectare gedurende de eerste zeven jaar, nadat de betrokken jonge boer met zijn bedrijf is gestart.

Verschillende leden van landbouwcommissie zijn het eens met de organisaties van jonge boeren in Europa dat die 2 procent best verhoogd mag worden gezien de generatiewisseling in de landbouw, die in verbanden met de kosten een aangepast budget rechtvaardigt. Maar het principe dat de EU-lidstaten ‘zeker niet minder steun voor de jonge boeren mogen reserveren’, verdween om onverklaarbare redenen uit het rapport van de landbouwcommissie. Dat terwijl anderzijds heel wat leden van het Europees Parlement juist dat principe de laatste twee jaar verbaal wel steunden. De landbouwcommissie houdt vast aan het schrappen van overbodige regelgeving en bureaucratische maatregelen. Ze gaat daarin verder dan de Europese Commissie.

Meer bevoegdheden

De EU gaat 43 miljard euro minder aan de landbouw besteden in de periode 2021-2027. In ruil daarvoor krijgen de lidstaten meer bevoegdheden om hun eigen landbouwbeleid uit te stippelen, weliswaar steeds onder voorafgaande controle van de Europese Commissie. Na de Europese verkiezingen van mei zal het nieuw gekozen Europees Parlement waarschijnlijk pas in het begin van de herfst aan de hand van wat de ‘oude’ landbouwcommissie nog op tafel heeft gelegd, een definitieve stemming houden over wat deze commissie heeft bekokstoofd en dat ‘advies’ aan de EU-ministers van landbouw voorleggen.

Uitstel

De landbouwcommissie acht de periode om dat allemaal op tijd klaar te krijgen onvoldoende en stelt daarom voor het hele landbouwhervormingsproces met een jaar te verschuiven en in 2022 of indien nodig zelfs tegen 2013 te laten ingaan.