Van nul naar 2.500 zeugen
Coen van Gorp (foto) is de gastspreker op de Pig Business thema-avond Financiën op woensdagavond 13 mei in Dalfsen. De Brabander boert nu ruim tien jaar in Drenthe. Toen hij het varkensbedrijf kocht, bestond het bedrijf nog uit 600 zeugen. Minimaal drie keer per week rijdt hij op en neer tussen zijn woonplaats Riel, net onder Tilburg en Dalen. Een rit van ruim twee uur.
Verplaatsing Intensieve Veehouderijen
De 55-jarige Van Gorp begon zijn loopbaan in 1982 in de techniek. Naast zijn werk in de fabriek hield hij in Alphen 255 vleesvarkens. In 1987 stopte hij met de vleesvarkens en begon hij samen met zijn schoonvader een vleeskuikenbedrijf. Bij zijn huidige woonhuis in Riel hadden ze een bedrijf met 80.000 vleeskuikens. Omdat hun bedrijf in een extensiveringsgebied lag, waren de ontwikkelingsmogelijkheden beperkt. Reden voor Van Gorp om als één van de eersten aan de Verplaatsing Intensieve Veehouderijen (VIV) mee te doen. Hetzelfde jaar kocht hij het varkensbedrijf in Dalen.
Nu tien jaar later is hij op het zeugenbedrijf bezig met het opzetten van nieuwe technieken. Zo wil de varkenshouder al zijn mest gaan bewerken. Via een simpel scheidingsproces wil hij eerst de dikke en dunne fractie scheiden. De dunne fractie wil hij vervolgens zoveel mogelijk indampen in de luchtwasser. De dikke fractie wil hij tot 80 procent drogestof indrogen. Minimaal 10 procent van zijn mestoverschot wil hij hygiëniseren en exporteren, zodat hij aan de mestverwerkingsplicht voldoet. Voor de dikke fractie denkt hij 100 euro per ton te ontvangen. Zijn ambitie is om bij de mestafzet volgend jaar kostenneutraal te draaien.
Lagere kostprijs
Verder is de Brabander bezig om een originele voertechniek toe te passen. In de voerkeuken komt een multicracker die het graan moet breken zonder dat er wrijvingsenergie ontstaat. De nutriënten blijven dan onbeschadigd. Vervolgens gaat Van Gorp de granen 12 uur op 58 graden Celsius inweken. „In dit natuurlijke proces wordt fytinezuur omgezet in fytase. Zo is de fosfor in het voer beter benutbaar voor het varken en scheiden ze minder fosfaat uit.” Van Gorp hoopt zo het percentage aanvullend voer in zijn rantsoen terug te dringen en de voerkosten te verlagen.
Met de nieuwe technieken wil hij de basis leggen voor een lagere kostprijs. Met beide technieken denkt hij samen 5 euro per afgeleverde big te besparen. Verder wil hij de biggenproductie per zeug verhogen en de financieringslasten drukken. Dit laatste komt omdat hij bezig is met een uitbreiding naar 2.900 zeugen. De opfokdieren gaan naar een andere locatie in de buurt.
Kraamkamers
Op de bestaande locatie wil hij doorgroeien naar 2.900 productieve zeugen. Hij wil een kraamhok bouwen waar de dieren tot 1 week na het werpen blijven. De ‘kraamkamers’ zoals hij ze zelf noemt, zijn uitgerust met: beweegbare vloeren, opsluitbaar biggennest, mestpannen en kantelbare roosters om ze ook aan de onderkant goed te kunnen reinigen.
De grootste bedrijfsverandering volgt 18 mei. Dan wil hij de eerste speenbiggen in zijn nieuwe stal opleggen. Nu nog levert Van Gorp al zijn biggen direct na het spenen af. Met twee eigen trailers wil hij straks via een handelaar elke week 1.300 biggen van 30 kilo naar Duitsland exporteren.
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Ruben van Boekel