Gevangenisstraffen geëist tegen mestfrauderende boeren
De officier van justitie stelde dat dit dossier een tipje van de grote frauderende mestbult laat zien. Uit onderzoek blijkt volgens hem dat naar schatting tussen de 25 tot 40 procent van de mest illegaal wordt verhandeld of gedumpt. „Fraude komt zo veel voordat deze wellicht als normaal wordt gezien, maar het is niet normaal. Het gaat om ondermijnende criminaliteit.”
De officier maakte niet duidelijk aan welke cijfers hij refereerde. In de varkenshouderij is gebleken dat veel opgelegde boetes onterecht gegeven worden op grond van onnauwkeurige metingen. In de rundveehouderij speelt dit probleem echter niet.
Onderzoek Eider
Het onderzoek voor de rechtszaak met de naam ‘Eider’ richtte zich op twee boerenbedrijven en een bemiddelende boer. Ze maakten vermoedelijk gebruik van twee fraudepatronen. De eerste is dat de verdachten deden of er mest werd overgebracht naar de mesthandelaar. Het vermoeden is dat dit in werkelijkheid niet gebeurde. Daarnaast deden de boerenbedrijven op papier lijken of ze over meer percelen konden beschikken, dan dat ze in werkelijkheid konden. Hoe meer grond, hoe meer mest je mag uitrijden.
De verdachte bemiddelende boer ging op zoek naar graspercelen die nog niet waren opgegeven in het systeem. De percelen waren van argeloze burgers. Ze werden geregistreerd als land om mest over uit te rijden. Uit onderzoek blijkt dat dit gebeurde om de mestadministratie sluitend te krijgen. De mest zou nooit zijn uitgereden over die extra percelen. In plaats daarvan reden de verdachte boeren vermoedelijk veel te veel mest uit over hun eigen land.
Grootschalige fraude
De verdachte bemiddelende boer heeft bij de NVWA uitvoerig verklaard over de grootschaligheid van de fraude. Hij zou tientallen boeren in Friesland hebben gefaciliteerd om te frauderen. Volgens de officier van justitie verklaarde hij hoe kinderlijk eenvoudig het voor intermediairs is om met apparatuur te rommelen. „Als op papier het allemaal maar klopt is het voor de NVWA praktisch onmogelijk om er achter te komen wat er nu met de mest gebeurd is” zei de officier op zitting.
Strafeisen
De officier eiste tegen de bemiddelende boer geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf: „Hij is de spil in het web geweest, maar het initiatief lag deels bij de boeren. Zwaar in het voordeel van verdachte weegt dat hij op het moment dat de NVWA een onderzoek instelde, hij openheid van zaken heeft gegeven. Daarmee heeft hij in ernstige mate zichzelf belast. Dit is hem in zijn woonomgeving niet in dank afgenomen.” De officier eiste tegen de bemiddelende boer een werkstraf van 240 uur.
De andere verdachte personen hebben volgens het OM geen verantwoordelijkheid genomen en het OM eiste een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk met gedlboetes van 25.000 euro onvoorwaardelijk.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Bron: Openbaar Ministerie