Meer spek in het vleesvarken; wat betekent dat precies?

Als een varkenshouder een afrekening ontvangt van zijn vleesvarkens, dan staat daar de spekdikte op vermeld. Dit is de spekdikte gemeten tussen de derde en vierde rib van achteren gezien en wordt ca. 6 cm vanuit het midden van het varken bepaald. Op basis van deze meetwaarde vinden we een varken vet of niet en voldoet het goed of minder goed aan uitbetalingscriteria.

Maar de hoeveelheid spek gemeten op 1 plaats in het karkas zegt niet alles over de hoeveelheid in het gehele karkas. De efficiënte groei van een varken hangt voor een belangrijk deel af van hoeveel spek er in het gehele karkas zit in combinatie met de hoeveelheid spier die wordt aangezet.

Efficiënte groei van een varken staat dus niet gelijk aan alleen de hoeveelheid spek gemeten tussen de 3e en 4e rib. Efficiënte groei staat wel gelijk aan zo veel mogelijk groei met zo weinig mogelijk voerkosten. En precies hier zijn er grote verschillen te zien in de praktijk tussen eindberen. Het verschil tussen eindberen komt doordat er in fokprogramma’s heel divers wordt geselecteerd.

In sommige fokprogramma’s wordt efficiëntie bereikt door dieren magerder te fokken. Dit gaat vaak ook ten koste van de groei. In andere fokprogramma’s wordt efficiëntie bereikt door meer groei na te streven in combinatie met het meten van de voerkosten. Dit laatste geeft meestal veel groei, wat meer spek en toch lage voerkosten. Wilt u hierover meer uitleg hebben of weten welke beren het beste bij uw situatie horen, klik dan hier.