Biosecurity: binnen net zo van belang als buiten!
Als er onverhoopt een ziektekiem je bedrijf binnengekomen is, is het van belang te voorkomen dat deze zich overal naartoe verspreidt. In een vorig artikel hebben we het overlegbeleid besproken, nu gaan we kijken waar we nog meer invloed op kunnen uitoefenen.
Rode verf
Daarvoor gaan we weer denken aan de ziektekiem als rode verf. Deze bevindt zich niet alleen in en op de big, maar ook in of op andere biggen, de hokwanden, de voerbakken enzovoorts. Maar ook onze handen, schoeisel en de materialen waarmee we werken. Dus behalve de biggen, kan ook de omgeving besmet zijn, en kunnen we zelf deze besmetting verder verspreiden.
Scheiding van diergroepen
Een eerste stap die we kunnen nemen om de verspreiding van ziektes tegen te gaan, is strikte scheiding van diergroepen. Maak een gescheiden bedrijfsgedeelte voor de zeugen, gespeende biggen, vleesvarkens en opfok wat betreft huisvesting, personeel, materialen en ventilatie. Na het spenen worden de biggen verplaatst naar de biggenafdeling, waar ze volledig gescheiden van de zeugen worden gehouden. Zorg voor een andere kleur overall, laarzen en materialen in deze afdelingen voor gespeende biggen, dan in de zeugenafdelingen. Dit herhalen we bij opleg in de opfok of als vleesvarkens. Bijvoorbeeld de kleur groen bij de zeugen, geel bij gespeende biggen, rood bij opfok en blauw bij vleesvarkens. Voer deze kleurcodering zoveel mogelijk door, zodat goed zichtbaar is, als het systeem wordt omzeild. Voor materialen kun je de kleur met gekleurd plakband aanbrengen. Als personeel op een dag bij meerdere diergroepen werkt, houd dan een volgorde aan van jong naar oud en kleed je iedere keer om bij het overstappen naar een nieuwe diergroep. Ontsmet hierbij ook de handen. Zorg er ook voor, dat het systeem duidelijk is en dat je er niet omheen kunt, door middel van bankjes of andere fysieke barrières.
Toomsgewijs werken in het hok
Allereerst is het van belang, de eerste 24 uur helemaal geen behandelingen uit te voeren, zodat de biggen rust krijgen en biest kunnen drinken. Neem op een aantal vaste tijden in het jaar de lijst met standaardbehandelingen door, en beoordeel of ze allemaal nog toegevoegde waarde hebben. Bij welke behandeling dan ook, is het van belang de toom biggen als eenheid te zien, en te voorkomen dat er via het personeel kiemen overgebracht kunnen worden van één toom naar de volgende. Daarom behandelen we alle biggen het liefst in het hok en niet in een behandelkrat. Indien er toch gebruik wordt gemaakt van een behandelkrat, gebruik dan een nieuwe inlegbodem bij iedere toom biggen. Zorg voor schone en gedesinfecteerde handen, bij voorkeur met handschoenen bij elke toom. Vervang de naald voor het toedienen van vaccins en ijzer, en desinfecteer het castratiemesje na ieder gecastreerd beertje en vervang het na elke toom. Indien er verschijnselen zijn van diarree of luchtweginfecties, wordt deze toom overgeslagen en op een ander moment of als laatste behandeld. Uiteraard is het overleggen van biggen beperkt tot een absoluut minimum en een strak protocol, zie vorige editie.
Ziekenboeg
Het gebruik van een ziekenboeg is zeer af te raden. Vaak worden biggen in een andere afdeling in een ziekenhokje gelegd, en als ze weer beter zijn, bij biggen gevoegd die even groot zijn. Deze hebben vaak een behoorlijk leeftijdsverschil en verschil in gezondheidsstatus. Beter is het, om de biggen in hun eigen toom te behandelen en te laten liggen. Als ze te ver achter blijven of niet opknappen, is euthanasie aan te raden. Maak ook geen gebruik van een hokje in de eigen afdeling. Door het mengen van al deze biggen geven we de ziektekiemen kans te verspreiden. Als een ziekenboeg echt niet te voorkomen is, plaats deze dan buiten de biggenstal, en zorg dat biggen van hieruit van het bedrijf afgevoerd worden. Plaats ze nooit terug in de afdeling waar ze uit komen, om te voorkomen dat ze toch nog ziektekiemen mee de afdeling inbrengen!
Leeftijden bij elkaar houden
Biggen die te klein zijn, mogen niet teruggelegd worden naar een jongere afdeling. Om dit inzichtelijk te maken, kun je bijvoorbeeld verschillende kleuren oornummers gebruiken bij verschillende weekgroepen. Als je dan je normale werkwijze blijft volhouden, kun je al snel een bonte verzameling gekleurde oornummers zien in elke afdeling. Als je geen biggen meer naar een andere afdeling verplaatst, worden de kleuren binnen de afdeling hetzelfde en wordt de overdracht van ziektekiemen geminimaliseerd. Ook na spenen en na opleg in de vleesvarkensstal, is dan goed te volgen, of de leeftijdsgroepen nog intact zijn.
All-in-all out per afdeling
Zorg dat alle dieren afkomstig uit één (kraam)afdeling allemaal samen opgelegd worden in één volgende (gespeende biggen) afdeling. Daarvoor is het van belang, dat het formaat van de afdelingen van de gespeende biggen, afgestemd is op grootte van de kraamafdelingen. Het aantal dieren in de vleesvarkensstal is afgestemd op de gespeende biggen afdeling. In het ideale geval, is ook het hokformaat afgestemd op de toomgrootte. Hierdoor is er geen menging van diergroepen na opleg en creëer je de mogelijkheid om afdelingen goed schoon te maken en te desinfecteren na leegkomen. Houd een leegstand aan van drie dagen of langer tussen de batches, als daar de ruimte voor is, om alles goed te laten drogen en op te warmen voor de nieuwe biggen arriveren!
Merken van behandelde dieren
Als een dier behandeld moet worden voor een ziekte of aandoening, is het van belang dit dier goed te merken. Soms zijn ze met een dag al zo opgeknapt, dat niet weer te vinden is welke big uit de toom de behandeling moet krijgen. Met een merk voorkom je dit en kun je de behandeling afmaken. Als je per dag een andere kleur gebruikt voor dit merk, weet je altijd wanneer een big behandeld is. Bijvoorbeeld groen op Maandag en Vrijdag, rood op Dinsdag en Zaterdag, blauw op Woensdag en Zondag, paars op Donderdag, dan ben je de week rond. Zo is altijd duidelijk of die dag de behandeling is uitgevoerd, zelfs al doe je het niet zelf.
Als we op een dergelijke manier het management vormgeven, wordt varkens houden een kleurrijke zaak. Elke week andere kleur oornummers, elke diergroep een andere kleur kleding en materialen en elk behandeld dier een kleurmerk per dag. Behalve dat het een kleurrijk geheel wordt, zal ook de gezondheid van de dieren beter worden en daarmee ons werkplezier!