25 procent biggensterfte bij vrijloopkraamhok zonder vastzetten zeugen
Uit het onderzoek kwam naar voren dat de sterfte van jonge biggen in systemen met vrij werpen door dooddrukken aanzienlijk hoger lag dan in systemen waarbij de zeugen rond de geboorte werden vastgezet. De oproep van dierenwelzijnsorganisaties dat de zeugen niet meer vastgezet mogen worden, heeft dus een negatief effect op het biggensterftecijfers. Zeugenhouders staan daarmee niet meer voor het dilemma: vastzetten van de zeug in de (vrijloop)kraamstal met minder biggensterfte of kritischer bekeken worden.
Uit observatie zagen de onderzoekers dat de zeugen niet vaker gingen liggen, maar wel meer biggen verpletterden tijdens het liggen. Zij voerden bovendien meer rolbewegingen uit, waarbij de biggen vaker werden geplet. De zeugen hadden ook meer inactieve biggen tijdens het liggen en rollen. De onderzoekers denken dat het verder fokken op moederlijke eigenschappen hier mogelijk kan helpen.
Volgens de Universiteit van Kiel werden de biggenonderkomens in de grotere kraamhokken ook minder goed geaccepteerd door de biggen en soms zelfs niet gevonden. Hierdoor liggen er vaak ook teveel biggen onder de zeug. Het aantrekkelijker en toegankelijker maken van het biggenonderkomen (nesten) en het vastzetten van de zeug in de eerste vier dagen voorkomen veel doodgedrukte biggen, is de ervaring van de onderzoekers. De kritieke fase voor de biggen en kans op dooddrukken is namelijk vlak na de geboorte. Ook moet het kraamhok niet te groot zijn, want dan vinden de biggen het nest minder snel en blijven ze teveel bij hun moeder in de buurt.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Bron: Universiteit van Kiel