Aanwezigheid primaire sector van belang voor Nederlands agrocluster
Voor uitsnijderijbedrijven zijn de gevolgen minder groot omdat zij met name met importvlees werken. De vleesindustrie en de dienstverlening (dierenartsen, veehandelaren) zullen in deze keten krimpen, verwacht LEI Wageningen UR.
Het agrocomplex kent een tipping point: de minimale primaire productieomvang die nodig is voor het innoverend vermogen van de toeleverende en verwerkende industrie. LEI Wageningen UR heeft verkend wat er gebeurt met de toegevoegde waarde en werkgelegenheid van het agrocomplex als een deel van de primaire productie wegvalt.
Testen op primaire bedrijven
De kracht van het agrocomplex zit in de samenwerking tussen de ketenschakels. De nabijheid van de primaire sector kan als motor fungeren voor innovaties in de andere schakels van de keten, zoals de toelevering of de verwerking.
Door de nabijheid van de primaire sector, kunnen product(ontwikkelingen) worden getest op primaire bedrijven. Enige kritische omvang van de primaire sector is daarbij noodzakelijk, maar deze omvang is moeilijk te kwantificeren.
Wageningen UR deed onderzoek in drie sectoren: varkenshouderij, sierteelt en aardappelteelt. In alle drie de onderzochte sectoren is aanwezigheid van de primaire sector van wezenlijk belang.
Meer informatie
Zie voor meer informatie de publicatie De kracht van het agrocluster - Het belang van de primaire landbouw voor het totale agrocomplex op de site van Wageningen UR.