Steeds minder werkenden in de land- en tuinbouw
De groei van het productievolume schommelt de laatste jaren rond de 1 procent en de ontwikkeling van de agrarische prijzen laat een grote variatie zien. Deze en andere economische ontwikkelingen blijken uit het jaarlijkse Landbouw-Economisch Bericht (LEB) van het LEI.
De bruto productiewaarde van de land- en tuinbouw is in 2014 gedaald als gevolg van lagere prijzen van agrarische producten. Desondanks is de netto toegevoegde waarde per arbeidskracht in Nederland hoger dan in ons omringende landen.
Het gemiddelde inkomen uit bedrijf in de land- en tuinbouw is geraamd op 52.000 euro in 2014. Dat is nog wel hoger dan de vijfjarige gemiddelden in de periode 2001-2005 en 2006-2010. De huidige inkomens worden behaald met een beduidend groter bedrijf dan begin deze eeuw.
53 procent minder bedrijven
In de (glas)tuinbouw en intensieve veehouderij kromp het aantal bedrijven vanaf de eeuwwisseling met in totaal 53 procent. In de grondgebonden sectoren - akkerbouw en graasdierhouderij - bleef de afname beperkt tot 21 procent.
De sterke daling in de (glas)tuinbouw en intensieve veehouderij heeft onder meer te maken met beleid op het gebied van milieu en dierenwelzijn en de marktontwikkelingen (afzetmogelijkheden en prijzen).
Voor de grondgebonden sectoren resulteerden de meer gunstige marktomstandigheden in gemiddeld redelijke inkomens. Ook waren de perspectieven positief, mede door de afschaffing van de melkquotering.
Toegevoegde waarde agrocomplex
De toegevoegde waarde van het totale agrocomplex bedroeg 48 miljard euro in 2013. Dit is ruim 8 procent van het nationale totaal. De toegevoegde waarde in de verwerkende en logistieke bedrijfstakken is in de periode 2010-2013 het meest gegroeid.
In 2014 waren er 65.000 land- en tuinbouwbedrijven, bijna 2.000 minder dan in 2013. Deze afname is vrijwel gelijk aan het langjarig gemiddelde. Sterke dalingen waren er opnieuw voor glastuinbouw- en varkensbedrijven.
Van de bedrijven wordt 45 procent gerekend tot de zeer kleine bedrijven, die niet voldoende werkgelegenheid bieden voor een persoon. Als deze bedrijven zouden stoppen, zou het effect op de productie gering zijn. 5 procent wordt gerekend tot de grote bedrijven, deze bieden werk aan vijf mensen of meer, dit zijn vooral glastuinbouwbedrijven.
Landbouwareaal 7 procent gedaald
Tussen 2000 en 2014 is het landbouwareaal in Nederland ruim 135.000 hectare kleiner geworden, dat is een daling van zo’n 7 procent. Meer dan driekwart van dit areaal is omgezet in bebouwd gebied. De prijzen van landbouwgrond zijn gestegen: in het 4e kwartaal van 2014 tot gemiddeld ongeveer 55.000 euro per hectare.
De agrarische grondprijs laat op lange termijn een trendmatige stijging zien, doorbroken door perioden waarin de prijs eerst sterk stijgt en vervolgens sterk daalt. De stijging is sterk bepaald door de schaalvergroting in de grondgebonden landbouw. Een andere factor is de rentevoet, die op een historisch laag niveau is beland.
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Beeld: Ellen Meinen, Susan Rexwinkel