Meerdere zeugenhouders dreigen failliet te gaan
Ook DLV advies ziet het somber in, de adviesgroep verwacht dat de situatie in de tweede helft van 2015 niet veel beter wordt en er daardoor meer zeugenhouders failliet gaan. Het zijn vooral de grotere vermeerderaars waar schuldeisers of de ondernemers zelf het faillissement aanvragen.
Meerdere factoren spelen hierbij een rol, volgens DLV. Lage opbrengstprijzen staan tegenover hoge kosten voor mest en huisvesting. Daarbij komt dat de waarde van het onroerend goed sterk is gedaald. De waarde van woning, stallen en grond dekken de financieringslast onvoldoende. Circa een kwart van de zeugenbedrijven staat volgens DLV advies onder water.
Sluipmoordenaar
„De problemen in de varkenssector stapelen zich op, het is een soort sneeuwbaleffect”, vertelt voormalig melkveehouder Slagman. „Als een handelaar de biggen bij een vermeerderaar te laat betaalt, komt deze in de problemen waardoor hij geen nieuwe gelten kan betalen en aan kan voeren.”
Slagman noemt de betalingsachterstanden een sluipmoordenaar omdat er daardoor steeds meer bedrijven omvallen of dreigen om te vallen. „Bij de ondernemers zorgt dit voor veel extra stress omdat ze telkens voor de keuze staan wie ze als eerste moeten betalen en wie nog niet. Voerleveranciers zijn daar zeer strikt in en willen als eerste betaald worden.”
In 2014 hebben in de regio Noord- en Oost-Nederland 60 mensen uit de agrarische- en tuinbouwsector hulp gevraagd bij de instantie Zorg om Boer en Tuinder (ZOB). Dat zijn er 10 meer dan in 2013. In heel Nederland bleef het aantal aanvragen om hulp ongeveer gelijk. In de varkenhouderij kloppen vooral vermeerderaars bij hun aan en minder vleesvarkenshouders.
Te grote sprongen
„Vooral veel tuinbouwbedrijven en vermeerderingsbedrijven met zeugen hebben het moeilijk”, zegt Slagman. Hij verwacht dat er in de nabije toekomst ook veel melkveehouders bij hen zullen aankloppen omdat de opbrengstprijzen sterk gedaald zijn.
„Het zijn vooral bedrijven die te grote sprongen gemaakt hebben of (te) kleine bedrijven die zich jarenlang niet ontwikkeld hebben, die ons om hulp vragen omdat zij in problemen komen bij langere periodes van lage prijzen”, geeft hij aan. „Bedrijven die geleidelijk groeien redden zich dan meestal wel.”