Varkenshouder ontvangt 18 cent per kilogram minder
Sinds de jaren tachtig zijn de saldi (opbrengsten minus toegerekende kosten) per dier redelijk op peil gebleven, vooral dankzij de hogere eindgewichten van de dieren. Na aftrek van alle overige kosten zijn de arbeidsopbrengsten per dier en per kg wel gedaald en zijn de marges per kg voor de producenten ongunstiger geworden. Dat geldt nog in sterkere mate voor de marges op basis van reële prijzen, dus gecorrigeerd voor de geldontwaarding, stelt het rapport.
Conclusie rapport
Het gevolg is dat varkenshouders steeds meer moeten produceren om nog een voldoende inkomen te verkrijgen. Hogere productie per bedrijf kan bereikt worden door meer dieren te houden per arbeidskracht en/of een hogere dierproductiviteit. Meer productie werd in het verleden ook behaald door een hogere groeisnelheid per dier of hogere bezetting per vierkante meter hokoppervlakte. Meer dieren per arbeidskracht geven tot op zekere hoogte schaalvoordelen en lagere kosten per eenheid, vooral dankzij lagere arbeidskosten per eenheid.
Bedrijven vangen de margedruk meestal op door schaalvergroting. Daarmee veroorzaken de groeiende bedrijven zelf ook verdere neerwaartse druk op de opbrengstprijzen omdat ze tegen lagere kosten per eenheid kunnen produceren. Minder efficiënt producerende bedrijven krijgen daardoor te maken met extra druk op de marges en zullen op termijn eerder stoppen met de productie. Efficiënt producerende bedrijven realiseren meestal hogere inkomens en kunnen veelal eenvoudiger aanvullende leningen krijgen van banken voor investeringen in bedrijfsvergroting en verduurzaming van de productie.
Wakker Dier gaf de opdracht voor het onderzoek van het LEI. De actiegroep legt de verantwoordelijkheid bij de supermarkten neer. „Tussen 65.000 Nederlandse boeren en tuinders en 16,7 miljoen consumenten zitten slechts 5 inkoopkantoren van supermarkten”, stelt Wakker Dier.
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Ingrid Zieverink