België schiet varkenshouder te hulp

Voor de varkenshouderij is voor vermeederingsbedrijven een steunmaatregel afgesproken onder de vorm van een vastgesteld bedrag per aanwezige zeug. De éénmalige rechtstreekse toeslag zal beperkt worden tot een periode van zes maanden.

Rechtstreekse steun
De partners van het ketenoverleg zijn bereid om voor de varkenshouderij een bedrag van 30 miljoen euro beschikbaar te stellen, waarvan 24 miljoen euro al toegezegd is. Het systeem van toeslag en inning voor de varkenshouderij zal in de komende weken door de partners van het ketenoverleg verder worden uitgewerkt.

Deze steun zal hoofdzakelijk gefinancierd worden via een kleine tijdelijke toeslag op een aantal varkensproducten. De steun zal volgens de betrokken partijen substantieel zijn op de betrokken landbouwbedrijven en helpen om de grootste  financiele gevolgen van de crisis op te vangen.

Ook steun melkveehouderij
Naast de varkenshouderij krijgt ook de Belgische melkveehouderij rechtstreekse steun. Met het pakket aan maatregelen is voor deze sector een totaalbedrag van 46 miljoen euro gemoeid. De partners van het ketenoverleg zeggen dat het om een unieke maatregel binnen Europa gaat. Het akkoord zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Belgische mededingingsautoriteit.

Belgisch minister van Landbouw Willy Borsus die zelf betrokken was bij het overleg, zegt blij te zijn met het akkoord dat vandaag bereikt is. „Een historisch akkoord met onmiddellijke positieve gevolgen, maar ook maatregelen op lange termijn." Binnen het Belgisch ketenoverleg agrovoeding zijn naast de diverse landbouworganisaties, de volgende schakels betrokken: de branchevereniging van de mengvoederfabrikanten, de verwerkingindustrie en retail.

Maatregelen lange termijn
Voor maatregelen op de lange termijn hebben de partners in het Belgisch ketenoverleg afgesproken om deze tijdelijke maatregel voor de beide sectoren in te bedden in een meer structureel stabiliseringsmechanisme dat kan geactiveerd worden in periodes van acute crisis.

Volgens de partners is hiervoor de steun vanuit Brussel noodzakelijk. „De tweede pijler van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB, red.) voorziet daarvoor een aantal instrumenten. De ervaringen met het stabiliseringsmechanisme zullen van belang zijn in de voorbereiding van het toekomstige GLB. De partners van het ketenoverleg vragen aan de bevoegde ministers om dit initiatief te kunnen voorstellen op Europees niveau, als een innovatief pilootproject.”