Saldo zeugenhouder bijna 60 procent lager dan in 2014
Alleen in 2008 en 2011 was het saldo in dezelfde periode nog lager dan dit jaar. De curve vertoont dit jaar veel overeenkomsten met die van 2011, eveneens een slecht inkomensjaar. Dit heeft het LEI becijferd in hun Barometer. De resultaten zijn gebaseerd op een standaardbedrijf met 600 zeugen.
Rap tempo gedaald
Het LEI stelt dat na de redelijk gunstige maanden maart en april het saldo voor het standaardbedrijf in rap tempo is gedaald. Vergeleken met vorig jaar is het saldo in juli bijna 80 procent gedaald tot 6.000 euro. Dat is vooral te wijten aan 21.000 euro lagere opbrengsten.
Het saldo voor de zeugenhouder in de eerste zeven maanden van 2015 ligt ook bijna 9.000 euro onder het langjarig gemiddelde, waardoor na aftrek van de overige kosten een negatief inkomen resteert.
Saldo vleesvarkenshouderij hoger
Het saldo in de vleesvarkenshouderij is dit jaar tot en met juli 11 procent hoger dan 2014, dat de boeken is ingegaan als een slecht inkomensjaar. Het totaalsaldo van 56.000 euro ligt 9.000 euro onder het langjarig gemiddelde, wat nog net voldoende is voor het behalen van een positief inkomen. Het huidige saldo is vergelijkbaar met het niveau in dezelfde periode in 2013.
Tot en met juni waren de opbrengsten per standaardbedrijf met 1.700 vleesvarkens gemiddeld ruim 10 procent lager dan vorig jaar. In juli is dat verschil nog iets groter geworden. Ook de voerkosten en vooral de kosten van biggen zijn gedaald. In het eerste kwartaal werd de daling van de opbrengsten gecompenseerd door lagere kosten. Sinds mei is dat niet meer het geval. In juni was het saldo even iets gunstiger dankzij hogere opbrengstprijzen. Die opleving was van korte duur, want in juli zakte de opbrengstprijs voor vleesvarkens in elkaar.
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Susan Rexwinkel