'Varkenshouderij moet inkrimpen'
Voor de ingang van de Tweede Kamer hadden eerder vandaag een honderdtal varkenshouders gedemonstreerd voor een verlaging van de kosten. Met de extra kosten die Nederlandse varkenshouders maken, argumenteerden ze, kunnen ze niet eerlijk concurreren met het buitenland.
Omslag
Politici van onder andere Groen Links, PvdA en SP vielen ze bij – maar niet op de manier waarop de varkenshouders hadden gehoopt. „De toekomst van varkensvlees ligt niet in bulkproductie, want daar zal Nederland het afleggen tegen landen die goedkoper kunnen produceren”, argumenteerde Sjoera Dikkers (PvdA). Nederlandse varkenshouders moeten volgens haar voor niches produceren en producten met meerwaarde verkopen. Haar collega Rik Grashoff van GroenLinks vond ook dat varkenshouders niet mee moeten doen met een ‘race to the bottom’, maar echt een omslag moet maken. Als zij minder, maar betere, varkens houden, hebben ze een beter verdienmodel, produceert Nederland minder mest en hebben omwonenden geen stankoverlast, argumenteerde hij. Hij vond dat die omslag geen zaak is van enkel boeren, maar dat de overheid hier actief aan mee moet werken.
Helma Lodders (VVD) had een ander advies aan de staatssecretaris. Varkenshouders kunnen volgens haar niet met het buitenland concurreren vanwege ‘nationale koppen’, extra kosten die ze moeten maken om aan Nederlandse wetgeving te voldoen. Zij wil dat die extra eisen komen te vervallen, zodat Nederlandse boeren een gelijk speelveld hebben in Europa. Maar dat vond Fatma Koser Kaya weer geen goed idee. De nieuwe landbouwwoordvoerder van D66 wees erop dat de Nederlandse boeren, mede dankzij die extra eisen, kwaliteit leveren en zich daarmee onderscheiden. „Die kwaliteit moet je niet weggooien door regels te versoepelen”, vond zij.
Geen kostenverlaging
Staatssecretaris Dijksma wees er, toen zij aan de beurt was, op dat boeren niet enkel in Nederland, maar in heel Europa problemen hebben. Een oplossing zal dus ook op Europees niveau moeten worden gezocht, meende zij. Ze bestreed ook dat er Nederlandse koppen zijn. De extra kosten liggen volgens haar aan de specifieke Nederlandse omstandigheden. Ze gaf het voorbeeld van mestverwerkingskosten. De mestrichtlijnen zijn voor heel Europa gelijk, stelde ze, maar Nederland heeft nu eenmaal te maken met veel mest en weinig grond. Dus dat betekent dat de verwerkingskosten voor Nederlandse boeren hoger zijn – niet omdat Nederland extra regels kent, maar omdat de Europese regels zo uitpakken voor ons land.
De staatssecretaris raadde ook vanwege andere gronden het schrappen van regelgeving af. Het terugdraaien van eisen zou oneerlijk zijn richting varkenshouders die wel hadden geïnvesteerd in die eisen. Het geeft ook een slecht signaal af naar ondernemers in het algemeen, vond Dijksma; investeer maar niet in extra eisen, want die worden toch wel teruggedraaid. Daarnaast ondergraaft het nu achteruitgaan met normen het toekomstig verdienmodel, stelde ze. Dat verdienmodel gaat voor veel varkenshouders toch over het creëren van meerwaarde; nu achteruit gaan met normen botst daarmee, stelde Dijksma, en is slecht voor het consumentenvertrouwen.