LTO mist economische onderbouwing in kringloopplan Schouten
Volgens de land- en tuinbouworganisatie blijkt uit het realisatieplan dat de overheid vooral bestaande middelen gerichter op kringlooplandbouw inzet. „Deze transitie vergt investeringen. Er wordt al jaren meer van boeren en tuinders verwacht, terwijl daar minder inkomsten tegenover staan. Het verdienvermogen van de agrarisch ondernemer blijft het fundament van een succesvolle transitie.” LTO pleit er daarom voor dat de (bedrijfs)economische onderbouwing een integraal onderdeel van al het beleid omtrent kringlooplandbouw is.
Volgens voorzitter Marc Calon vraagt de minister terecht aandacht voor de te lage prijs van voedsel. „Maar daarmee zijn we er nog niet. Ik verwacht daarom dat de overheid bij elke nieuwe wet of regel toetst het in de praktijk is rond te rekenen”.
Calon geeft verder aan dat hij hoopte op hardere toezeggingen met betrekking tot experimenteerruimte, zodat boeren en tuinders ervaring en expertise op kunnen doen. „Wij pleiten daarom voor minimaal 10.000 hectare experimenteerruimte per provincie. Boeren en tuinders willen lef tonen met het investeren in nieuwe technieken en methoden, het zou goed zijn als de overheid eenzelfde soort lef toonde.”
Nederland koploper
Over het plan zelf is LTO positief gestemd. „Uit het plan blijkt waardering voor de energie, de innovatiekracht en het ondernemerschap waardoor de Nederlandse agrarische sector wereldwijd koploper is. De visie, en nu ook het realisatieplan, biedt een goede stip op de horizon, zonder vrijblijvendheid. Dat geeft richting waarmee we ook na 2030 mondiaal voorop kunnen lopen. We moeten ondernemers dan wel de ruimte bieden om daar te komen”, aldus Calon
LTO is benieuwd naar hoe de plannen van minister Schouten in de Europese context vorm krijgen. „De ambities op het gebied van kringlooplandbouw en de investeringen in de eigen sector van andere (West-)Europese landen heeft een impact op de Nederlandse transitie. De land- en tuinbouwsector is onderdeel van een open economie. Ook daarom is een (bedrijfs)economische onderbouwing van beleid gericht op kringlooplandbouw een fundamentele voorwaarde.”
De boerenorganisatie beschouwt het realisatieplan als een goede stap naar verdere concretisering, en zegt verder in gesprek te blijven gaan met het ministerie en andere stakeholders om tot een uitvoering te komen die haalbaar en betaalbaar is.