Acties in Brussel: Wat wil iedereen?
De landbouwministers komen bij elkaar op verzoek van de Franse Minister van Landbouw Stéphane le Foll. Hij wil, samen met onder andere de ministers van Spanje, Italië en Portugal:
• Steun voor de meest getroffen boeren. Frankrijk heeft al 600 miljoen euro steun verleend, Spanje trekt 300 euro per koe uit voor elk bedrijf dat melk nu onder de kostprijs verkoopt
• Verhoging van de interventieprijzen voor melk en boter
• Voortzetting en uitbreiding van het programma voor de opslag van varkensvlees
Dit pakket staat recht tegenover de wensen van onze staatssecretaris. Dijksma legt de volgende eisen op tafel:
• Geen instrumenten die de vrije marktwerking in de zuivel verhogen, zoals extra subsidie voor verlieslijdende bedrijven
• Geen verhoging van de interventieprijs – dat leidt tot overproductie en werkt zo ook marktverstorend
• Verruiming van mededingingsregels, zodat de sector zelf afspraken kan maken
• Voor de varkenssector wil Dijksma een structurele oplossing. Heropening van de particuliere opslag is dat niet. Daar is ze dus tegen.
• Ook is ze geen voorstander van aanbodregulering
• Ze wil meer ruimte voor het maken van ketenafspraken – dat moet komen uit een ruimere interpretatie van de Europese mededingingsregels
• Er moet geld komen voor een herstructurering van de sector – lees: er moet minder varkensvlees worden geproduceerd, vooral in Noord-West-Europa
De Nederlandse Melkveehouders Vakbond, de Dutch Dairy Board en de European Milk Board:
• Huidige crisisinstrumenten (interventie, opslag) voldoen niet. Niet verder inzetten
• In plaats daarvan het crisisinstrument van de EMB gebruiken. Daarin wordt de melkstroom ingeperkt in tijden van crisis. Melkveehouders die dan de productie afremmen krijgen een bonus, terwijl melkveehouders die de productie opvoeren beboet worden
De NVV en LTO Varkenshouderij eisen:
• Gelijk speelveld in Europa, maar met strikte handhaving door Brussel
• Geen interventies in de varkensmarkt, maar een wijziging van het beleid. GLB-geld moet niet worden ingezet voor de opslag van varkensvlees of het steunen van Oost-Europese boeren, maar voor herstructurering van de Noordwest-Europese markt.
• Het mededingingsbeleid moet worden verruimd; producentenorganisaties moeten ruimte krijgen voor aanbodregulering en het maken van ketenafspraken. De EU moet onderzoek doen naar aanbodregulering op (Noordwest-) Europese schaal.
• De Russische markt moet weer open.
De LTO en de COPA (de Europese koepel van landbouworganisaties):
• Superheffing over 2014 moet voor de helft terug naar de sector, de andere helft moet worden gebruikt voor sectorondersteunende maatregelen
• Een verhoging van de interventieprijzen voor zuivel, maar slechts beperkt. Het niveau van de interventieprijzen moet niet leiden tot overproductie.
• Inkomenstoeslagen moeten worden uitgekeerd op 1 oktober in plaats van 1 december; dat helpt boeren met liquiditeitsproblemen.
Op lange termijn willen deze organisaties:
• Een versterking van de positie van boeren en tuinders in de keten
• Een evenwichtiger Europees mededingingsbeleid
• Geen marktverstoringen door interventie, voorraadvorming en nationale exportsubsidies. In plaats daarvan moeten producentenorganisaties de ruimte krijgen om aanbod te reguleren.
Tekst: Wim van Gruisen
Zoon van een Zuid-Limburgse pluimveehouder met eigen slachterij, geschoold als econoom. Sinds 2011 in dienst van Agrio, waar hij artikelen schrijft voor de regio- en vakbladen en de Agrio-websites. Zijn focus lag aanvankelijk op landbouweconomie, tegenwoordig vooral op de Haagse en Brusselse politiek.
Beeld: Ministerie van Economische Zaken