Minister geeft fout toe: varkenshouders krijgen geld terug
Varkenshouders vonden dat zij onrechtvaardig werden behandeld omdat zij dubbel moesten betalen. Het betrof met name varkenshouders, die hun gespeende biggen opfokken op een eigen locatie op afstand (apart UBN-nummer).
Zij werden aangeslagen voor twee keer de volledige heffing. Toen ze hierover contact opnamen met RVO bleek uitleg moeilijk en werd aangegeven dat de POV had ingestemd met de gehanteerde systematiek en tarieven. De POV ontkende dit en trok meteen aan de bel bij het ministerie van LNV. Die gaf de eigen fout toe.
Correctiekorting
Er is nu een correctiekorting afgesproken, die geldt voor varkenshouders die aan de volgende voorwaarden voldoen:
• Zij betaalden een diergezondheidsheffing voor het in 2018 houden van biggen op een A-bedrijf (fokkerijbedrijf) of een B-bedrijf (vermeerderingsbedrijf).
• Deze biggen zijn in 2018 afgevoerd van het E-bedrijf of het F-bedrijf.
• De varkenshouder was tijdens de heffingsperiode dierhouder van het A-bedrijf en het E-bedrijf of het B-bedrijf en het F-bedrijf.
Terugbetaling
Varkenshouders die recht hebben op de correctiekorting, krijgen rond augustus 2019 een creditnota van RVO. Het correctietarief dat varkenshouders per varken terugkrijgen, is hetzelfde bedrag als de heffing: € 0,1967 per afgevoerd varken.
Varkenshouders die voldoen aan de voorwaarden en een bezwaarschrift hebben ingediend, ontvangen van de POV een advies om dit bezwaarschrift in te trekken. Dan kan RVO snel beginnen met de terugbetaling. Voor varkenshouders die hun bezwaar niet intrekken, geldt dat het bezwaar eerst moet worden afgehandeld. Dan zou pas in oktober overgegaan kunnen worden tot een mogelijke uitbetaling van de correctiekorting.
Diergezondheidsfonds 2019
Vanaf 2019 worden de kosten over de verschillende diercategorieën en bedrijfsvormen op advies van de POV evenwichtig verdeeld. Voor verschillende afvoeren gelden dan verschillende gedifferentieerde heffingstarieven.
Beeld: Susan Rexwinkel Agrio archief