DLV-Advies: ‘Grotere toom biggen is economisch interessant’
![](http://d3ncyx4db87lab.cloudfront.net/02/09/163/7cc2cd971_-detail.-detail.jpg)
Het onderzoek spitste zich toe op tien uiteenlopende bedrijfssituaties. „Er is gekeken naar verschillende productieniveaus en drie mogelijke oplossingen als overtollige speenbiggen verkopen, minder zeugen houden bij een gelijk aantal biggen of biggenplaatsen bijbouwen", zegt Pijnenburg.
Stijgt de bigproductie naar 105 procent, dan stijgen de opbrengsten 4.000 euro per jaar, maar stijgen deze naar 120 procent en de extra biggen worden verkocht als speenbiggen, dan dalen de opbrengsten met 11.000 euro. Als het restkoppeltjes zijn, is speenbiggen verkopen al snel onrendabel. Minder zeugen houden leidt bij deze uitgangspunten tot een plus van 13.000 euro bij 105 procent en een plus van 25.000 euro bij 115 procent, waarna de meeropbrengst afvlakt naar 24.000 euro bij 120 procent productie. Volgens sommigen in de sector is minder zeugen houden bij een hoge biggenprijs en hoge productiviteit eerder rendabel.
Biggenplaatsen bijbouwen resulteert in een plus 15.000 euro bij 105 procent en een plus in opbrengsten van 43.000 euro bij een productieniveau van 120 procent. Biggenplaatsen bijbouwen is onder alle omstandigheden aantrekkelijk. De prijs kan in alle scenario's doorslaggevend zijn. Al moet bijbouwen wel mogelijk zijn. Los van de maatschappelijke discussie over de grootte van tomen, is er uit economisch oogpunt geen optimum. Elke extra big levert geld op, maar dat stelt wel extra eisen aan het aantal biggenplaatsen, het vakmanschap van de ondernemer en de zorg voor biggen in de kraamstal.