Het wordt heet: tips tegen hittestress bij varkens
Ten eerste is het belangrijk dat een stal goed geïsoleerd is, zegt de Gezondheidsdienst voor Dieren. Aanvoer van gekoelde lucht is uiteraard gunstig voor de staltemperatuur. „Houd in de kraamstal vooral rekening met het biggennest. Hoge temperaturen van het biggennest zijn voor de kraamstalzeugen ongunstig. Probeer de nesten daarom zo veel mogelijk af te dichten, zodat de biggen een warm nest hebben en de zeug een koelere omgeving heeft. Laat de vloerverwarming in het biggennest niet te lang aanstaan. Doorgaans is vloerverwarming na de eerste week niet nodig."
Water is erg belangrijk voor het afkoelen van de varkens. Koel drinkwater is van groot belang in warme perioden. Controleer ook het debiet van de drinknippels. Water kan verder gebruikt worden voor het maken van koele plekken door de betonnen vloer nat te sproeien.
Tips per diercategorie:
Drachtige en guste zeugen:
Probeer de zeugen aan het einde van de dag te voeren, wanneer de temperaturen wat lager zijn. Zeker wanneer het om brijvoedering gaat. Bij hoge temperaturen nemen dieren minder voer op en voer dat de hele dag heeft gestaan is minder smakelijk en minder hygiënisch. Hogere temperaturen zijn ideaal voor allerlei kiemen. Bovendien zoeken dieren verkoeling door in mest en urine te liggen. Tijdens warme perioden is hygiënisch werken dan ook extra belangrijk.
Kraamzeugen:
Geef de zeugen kleinere porties verdeeld over de dag en probeer dit zo veel mogelijk tijdens koelere perioden te doen (’s avonds, ’s morgens). Zeker bij kraamzeugen moet de watervoorziening tiptop in orde zijn. Controleer eventueel de temperatuur van het water. Koel water (10 tot 15 graden Celsius) heeft een positief effect bij kraamstalzeugen vergeleken met water van 22 graden. Gebruik desnoods en indien mogelijk de voerbak/trog als extra waterbak. Mocht een zeug al tekenen hebben van hittestress, dan kan de zeug afgekoeld worden door koel water over het dier te sproeien.
Een experiment met het verstrekken van water van verschillende temperaturen (10, 15, 22 graden) aan zeugen liet zien dat het koelere water tijdens warme perioden een gunstig effect had op voer- en wateropname, geschatte melkproductie, lichaamstemperatuur, ademhalingsfrequentie, gemiddelde speengewicht van de biggen en de gemiddelde groei van de biggen.
Gezien de resultaten lijkt het erop dat water dat kouder is dan 15 graden bij hoge temperaturen een positief effect heeft op zowel de zeug als de biggen.
Vleesvarkens:
Controleer ook bij de vleesvarkens de hoeveelheid water en de kwaliteit van het voer. Ook deze categorie neemt tijdens koelere perioden meer voer op. Een afdeling die minder vol ligt, zal minder problemen ondervinden van de warmte, omdat varkens verder uit elkaar kunnen liggen. Probeer ook hier koelte te creëren door te sproeien of de vloer nat te maken.
Maatregelen puntsgewijs
Algemene stalmaatregelen:
- Zet de zomerkleppen open en de winterluchtinlaat dicht. Let hierbij op leklucht.
- Probeer, indien mogelijk, de inkomende lucht binnen te halen aan de schaduwkant.
- Reinig ventilatoren, luchtkokers, luchtinlaat en luchtwasser. Er mogen geen belemmeringen zijn op de ventilatiecapaciteit.
- Voorkom activiteiten rondom het warmste tijdstip zoals enten.
- Controleer de ventilatiecurve. De ventilator moet op 100 procent capaciteit kunnen draaien.
- Voorkom inval van zonlicht zoveel mogelijk. Dat kunt u doen door bijvoorbeeld het verduisteren van lichtplaten met kalk.
- Controleer de waterkwaliteit extra voor dat de warmere perioden aanbreken.
Maatregelen in de kraamstal voor zeugen
- De voeropname daalt per graad als de temperatuur boven de 28˚C is. Bij een maximale voergift is dit circa 0,9 kg per dag.
- Pas de voertijden aan. Voer ‘s ochtends en ’s avonds in de koelere perioden.
- Zorg dat nippels minimaal 3 liter per minuut geven.
- Zorg dat alle kraamzeugen bij de voerbeurten gaan staan om te eten en drinken.
- Zet de vloerververwarming niet uit maar pas deze aan indien nodig. Biggen hebben een voorkeur voor contact warmte.
- De biggenlamp kan mogelijk eerder uit. Let daarbij goed op het liggedrag van biggen. Ze dienen in het nest te blijven liggen.
- Voorkom dat de biggenlamp te veel warmte uitstraalt naar de zeug.
Maatregelen in de drachtstal
- Voer zo vroeg mogelijk in de ochtend, wanneer het nog redelijk koel is. Bij twee maal daags kort achter elkaar voeren. In zes tot zeven uur de hele dagportie verstrekken.
Maatregelen in de dekstal
- Controleer de temperatuur van de koelbox. De ideale bewaartemperatuur van sperma is 17˚C.
Maatregelen voor vleesvarkens
- Vanaf 25 tot 29˚C daalt de voeropname per graad. Bij varkens van 50 kilogram is dit circa 80 gram per dag, bij dieren van 75 kilogram loopt dit op tot 120 gram per dag.
- Zorg voor een nippelgift van minimaal 0.8 tot 1.0 liter per minuut. Controleer dit regelmatig.
- Zet de klepperstand bij een brijbak op een ruimere stand. Let hierbij wel op vermorsen.
- Lever vroegtijdig de eerste varkens uit een afdeling, zodat de overige dieren meer ruimte krijgen.
- Controleer het schakelmoment van de vleesvarkens. Dieren die minder voer opnemen zijn lichter bij het schakelmoment.
- Pas de schemerverlichting aan naar de perioden waarin het koeler is. Op deze manier stimuleert u de voeropname tijdens deze periode.
Maatregelen brijvoer
- Verlaag het droogstofpercentage met 1 tot 2 procent.
- Wijzig het bioritme naar meer voeren in koelere perioden.
- De totale volumegift mag niet stijgen. Indien nodig, kunt u wel de voergift verlagen met 5 tot 10 procent.
- Overleg met uw adviseur over eventueel geconcentreerder vleesvarkensvoer.
- Verplaats een groter aandeel voer naar de ochtend en avond.
- Zorg voor extra water. Geef indien mogelijk ’s avonds een extra waterbeurt.
- Controleer of de stuurvloeistof elke dag volledig wordt opgevoerd en ververst.
- Bij warm weer is extra aandacht voor hygiëne belangrijk