Grootschalige fraude: 3,5 miljoen Parmahammen in beslag genomen
In de rijpingshallen op de heuvels van Langhirano hangen momenteel 3,5 miljoen hammen waarvan het geheel onzeker is of ze de vijfpuntige kroon van de Parmaham krijgen ingebrand. Vier officieren van Justitie zijn momenteel druk bezig met een grootschalig Parmaham fraudeonderzoek. In totaal staan ruim 70 personen van 30 verschillende bedrijven onder verdacht. Het justitieel onderzoek heeft een grote impact. De Parmaham is in Italië een van de belangrijkste economische sectoren met een jaaromzet van 1,7 miljard euro en 5.000 directe en 50.000 indirecte arbeidsplaatsen.
Hoog slachtgewicht
De 3,5 miljoen hammen zouden afkomstig zijn van varkens met een hoger levend gewicht dan de strenge normen van het Parmaham consortium toestaan. De afkomst van de varkens is ook onduidelijk.
Deense afkomst
Het Parmahamschandaal ontstond twee jaar geleden. Toen bekend werd dat de stamboom van de varkens voor de Parmaham niet klopte. Zeugen bleken geïnsemineerd met zaad van Deens beren. Dit resulteerde in sneller groeiende varkens die bovendien zwaarder werden en minder vet aanzetten. Parmaham varkens mogen levend maximaal tussen de 144 en 176 kilo wegen.
Eisen
Parmaham is herkenbaar aan een vijfpuntige kroon op de ham of op de verpakking. Een samenwerkingsverband van producenten, het Consorzio del Prosciutto di Parma, ziet erop toe dat de ham aan alle voorwaarden voldoet en dus parmaham mag heten. Zo moeten de varkens opgroeien op boerderijen gelegen in een van de tien benoemde regio’s van Noord- en Midden-Italië. Het ras ligt vast en verder moeten de varkens minimaal negen maanden oud zijn, een gemiddeld levendgewicht hebben van 160 kilogram en mogen ze voor het slachten 15 uur niet hebben gegeten. De varkenshouder moet dit allemaal kunnen documenteren. Alleen varkens die aan deze voorwaarden voldoen mogen ter slacht worden aangeboden.
Keuren
Keurmeesters van het instituut ‘Parma Qualità (IPQ) zien toe op naleving van de strenge eisen. In de praktijk stellen ze echter niets voor, verklaart een van de teruggetreden inspecteurs tegenover Welt.de. „Bij onze controle in het slachthuis konden we bij de helft van de varkens niet de afkomst bepalen. Het gewicht, dat tussen de 144 en 176 kilogram moet liggen, werd niet gecontroleerd.” Toen de inspecteurs dit wel deden werd snel duidelijk dat een groot deel van de dieren zwaarder was dan toegestaan. Verder voldeed 20 procent van de varkens niet aan de eisen afkomstig te zijn uit een van de tien beschermde afkomstgebieden. Uiteindelijk werd slechts 4 procent van de varkens uitgeselecteerd.