Schouten: 'Grootste deel van mestfraudesignalen afkomstig uit Brabant'
Volgens de minister van LNV zijn er in de periode van medio 2017 tot mei 2019 in totaal 34 signalen in relatie tot mestfraude vastgelegd. Daarvan hebben er 20 betrekking op de provincie Brabant, met name het zuidoostelijke gedeelte. Het grootste deel van deze signalen komt uit eigen NVWA-inspectie en het Team Criminele Inlichtingen (TCI) van de Inlichtingen en Opsporingsdienst.
België
Omdat de meeste signalen uit het zuiden van Nederland komen, wilden de twee VVD’ers ook weten hoe de samenwerking is met instanties in België. Schouten is daar duidelijk over in haar Kamerbrief: ‘Tussen de Vlaamse en Nederlandse controleautoriteiten is regelmatig contact.’ Er vindt uitwisseling van gegevens plaats over grensoverschrijdende transporten van dierlijke meststoffen. Door het delen van deze gegevens krijgen alle autoriteiten zicht op de transporten, afnemers en gebruikers. Op alle importen uit België naar Nederland worden analyses uitgevoerd. Wanneer Belgische bedrijven hun grensoverschrijdende afvoer wel hebben geregistreerd in het Belgische register, die niet terug te vinden zijn in het Nederlandse register, onderneemt RVO actie.
Eind 2018 meldde Schouten aan de Tweede Kamer dat er 63 keer proces-verbaal is opgemaakt door de NVWA tegen verdachten van mestfraude. Inmiddels zijn daarvan 43 zaken behandeld, waarvan in 56 procent van de gevallen een schuldigverklaring is uitgesproken door de rechtbank. 12 procent van deze 43 zaken is geseponeerd en 9 procent van de zaken is gevoegd bij al lopende strafrechtelijke onderzoeken. De overige zaken (23 procent) zijn afgedaan met een schikking.
Controle
Lodders en Laan-Geselschap hebben de minister gevraagd hoeveel grondmonsters de NVWA de afgelopen twee jaar heeft genomen bij percelen waarvan vermoed wordt dat er mestfraude plaatsvindt. Echter, zo geeft de minister aan, maakt de NVWA geen gebruikt van het nemen van grondmonsters. Reden is dat er geen betrouwbare conclusie aan gehangen kan worden.
Zo verstaat de NVWA onder ‘illegaal uitrijden’ ook het uitrijden buiten de toegestane periodes of ten tijde van sneeuw en vorst. Het nemen van grondmonsters levert dan geen bewijs op dat mest in een verkeerde periode is uitgereden.
Daarnaast kan illegaal uitrijden slaan op overbemesting. Echter zijn er meer factoren die van invloed zijn op de hoeveelheid minerale stikstof in de bodem, zoals het weer. ‘In een jaar zoals vorig jaar, met relatief lage opbrengsten en weinig nitraatuitspoeling zal er ook veel minerale stikstof in de bodem aanwezig zijn. Kortom, veel minerale stikstof in de bodem na de oogst hoeft niet te betekenen dat de meststoffenwetgeving is overtreden’, aldus Schouten.
Melding doen, hoe?
Mensen die een vermoeden hebben van mestfraude kunnen dit melden bij verschillende instanties. Zo kunnen zij terecht bij de NVWA, Rijksdienst voor Ondersnemers (RVO) en de politie. Wanneer iemand absoluut anoniem wil blijven kan melding gedaan worden bij de TCI. Dit team werkt met informanten wiens identiteit ten allen tijde wordt afgeschermd.
De twee Kamerleden van VVD wilden weten van de minister of er één instantie in Nederland is die alle meldingen – bij alle instanties – verzamelt, zodat er een totaaloverzicht ontstaan. ‘Er is geen instantie die alle meldingen, ook van alle andere instanties verzamelt’, zo schrijft Schouten in haar beantwoording. ‘De diverse instanties werken wel met elkaar samen aan de aanpak van mestfraude vanuit de Versterkte Handhavingstrategie Mest.’