Waterschap wil duidelijkheid over mestverwerkingsinstallaties
Dat schrijven zes waterschappen in een gezamenlijke brief. Zij zien een toename van aanvragen voor vergunningen om afvalwater van mestverwerkingsinstallaties te lozen op rivieren, beken of riolering. Dit heeft als gevolg dat er steeds meer risicovolle stoffen zoals antibiotica, stikstof en fosfor in water terecht komen.
Landelijk beleid
Het vervuilde afvalwater plaatst waterbeheerders in Brabant en omliggende provincies in toenemende mate voor problemen. Lambert Verheijen, dijkgraaf waterschap Aa en Maas: „Als waterbeheerders maken we ons zorgen over de mogelijke effecten op volksgezondheid en milieu van deze en andere stoffen, zoals stikstof, fosfor, metalen en zouten."
Volgens Verheijen wordt het tijd voor een landelijk kader om deze lozingen op een juiste wijze te kunnen toetsen en eventueel te verbieden. „Zo kunnen de waterschappen en Rijkswaterstaat de kwaliteit van het water beschermen, het veiliger maken voor gebruikers en helderheid bieden aan aanvragers van vergunningen."
Duidelijkheid
Ook de LTO Nederland en Rijkswaterstaat zeggen dat er landelijk duidelijkheid moet komen en willen hieraan meewerken. Daarom roepen verschillende partijen in Zuid- en Oost-Nederland het Ministerie van Infrastructuur en Milieu op om regie te nemen.
Sinds vorig jaar zijn agrarische bedrijven met een mestoverschot verplicht om een deel hiervan te verwerken. Dit om de landbouwgrond te verminderen. Volgens de waterschappen zijn er de afgelopen twee jaar ruim veertig vergunningen verleend voor het lozen van dat afvalwater.
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Ellen Meinen