Topigs 50-zeug in nieuw jasje
De fokkerijgroep is per direct helemaal overgeschakeld op het inkruisen van het Noorse Landvarken. „We willen onze voorsprong in de biggenmarkt behouden”, zegt Bennie Gielink. Hij is vertegenwoordiger van Fokkerijgroep Oost. Volgens hem is het sterkste punt van hun nakomelingen de prestaties in de vleesvarkenshouderij. „We krijgen vaak te horen dat we een voorsprong in de biggenmarkt hebben en dat er voor Topigs-50-biggen gemiddeld meer betaald wordt. Dat willen we graag vasthouden.”
Samenwerkingsverband
Fokkerijgroep Oost is een samenwerkingsverband tussen zes varkenssubfokbedrijven in Oost-Nederland. Gezamenlijk hebben deze bedrijven een productie van 20.000 gelten per jaar. De topfokdeelnemers produceren voornamelijk Topigs-50-gelten. Op het kernfokbedrijf in Dalfsen wordt de zuivere T-lijnpopulatie gehouden. De subfokkers hebben de N-zeugenlijn (Nederlands Landras) op hun bedrijven.
Deze zeug gaan ze kruisen met de T-lijn en de nakomelingen zijn de Topigs-50-zeugen. Deze N-lijn gaan ze nu vervangen voor het Noorse Landvarken. „Dit varken heeft iets meer lengte en is in de schouders breder en ronder, waardoor er minder risico is op doorligplekken”, zegt Gielink. „Bovendien is het Noorse Landvarken meer geselecteerd op spieraanzet en voerverbruik.” De vertegenwoordiger verwacht dat de nieuwe Topigs-50-zeug een efficiënter voerverbruik zal hebben. Tot slot verwacht de fokkerijgroep grotere worpgroottes bij de nieuwe zeug. „In vergelijking met de N-lijn, is bij het Noors Landvarken het aantal gemiddeld levend geboren biggen ongeveer een halve big per worp meer.”
Sociale zeug
Al de zes subfokkers schakelen helemaal over naar de nieuwe Topigs-50-zeug. De eerste nieuwe kruislingen zijn inmiddels 10 weken oud. Gielink zegt dat ze op hun kernfokbedrijf in Dalfsen al de eerste verschillen hebben opgemerkt. „De biggen lijken bij de geboorte wat vitaler en levendiger. In de gespeendebiggenstal hebben we minder last van kreupelheid en is de uitval lager.” Binnenkort worden de eerste dieren aan de vermeerderaar uitgeleverd. Over drie jaar verwachten ze dat een groot deel van de N-lijn bij hun subfokbedrijven vervangen is door het Noors Landvarken.
Fokkerijgroep Oost typeerde voorheen de Topigs-50-zeug als sociaalste zeug van Nederland. Volgens Gielink wordt die karaktereigenschap alleen maar versterkt. „In Noorwegen is het varken al veel meer op karakter gefokt, omdat ze daar nog strengere dierenwelzijnseisen hebben. Zeugen lopen los in het kraamhok en er worden al jaren geen biggenstaarten meer gecoupeerd.” Over de nieuwe prijssetting van de gelt durft Gielink nog niet veel te zeggen.
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Bennie Gielink