Lukt Nederland niet om PRRS aan te pakken
Dat zeggen zowel Tom Duinhof van de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) als Martijn Steenaert van Boehringer Ingelheim. Beide onderzoekers waren sprekers op het symposium van Boehringer Ingelheim op woensdag 22 oktober voorafgaand aan de LIV Hardenberg. „Waar we in het verleden de Ziekte van Aujeszky binnen 5 jaar uit Nederland gedrukt hadden, lukt dit ons tot op heden nog niet met het PRRS-virus.”
Gevaarlijk maar ook gevoelig
Tom Duinhof stelt dat PRRS-virus voor grote schade zorgt en veranderlijk is, maar ook gevoelig is voor schoonmaken en desinfectie. „Het is een virus met een kapsel. En dat kapsel is gevoelig voor reinigings- en desinfectiemiddelen, maar ook hitte en heet water werken erg effectief tegen het virus.”
De specialist varkenshouderij van de GD stelt dat het virus in Nederland gemiddeld bij de vleesvarkens voor 5 tot 9 euro per aanwezig vleesvarken aan schade zorgt. Bij zeugen schat hij de schade op 126 euro per zeug bij een uitbraak van PRRS. „Niet alleen de PRRS-infectie zelf zorgt voor de schade, maar het virus maakt ook de weg vrij voor andere infecties als: Streptokokken, Influenza, Mycoplasma, Circo en App.”
Hardnekkig misverstand
Hij hoort wel eens geluiden dat het ‘afharden’ van biggen een oplossing is tegen PRRS. Duinhof zegt dat dit een hardnekkig misverstand is. „Elke infectie kost groei en geld. De beste aanpak voor het tegengaan van het virus is zoveel mogelijk de dieren vrijhouden van PRRS en er tegen vaccineren.”
Voor het succesvol aanpakken adviseert Duinhof om geen dieren van buitenaf aan te voeren. Hij raadt verder aan om dierstromen zoveel mogelijk gescheiden te houden. „Zeker de gespeende biggen zijn een grote infectiebron van het virus.” Volgens de varkensspecialist van de GD is het beste om deze dieren zoveel mogelijk te scheiden van de rest van het bedrijf. „Een vaccinatie is een goed hulpmiddel, maar alleen vaccinatie is absoluut niet de oplossing.” Als laatste adviseert hij varkenshouders die PRRS willen aanpakken om dit samen te doen met hun buurman die varkenshouder is. „Je kunt zelf nog zo je best doen, maar je bent ook altijd afhankelijk van je buurman.”
Subpopulaties met PRRS
Boehringer Ingelheim heeft recent twee vaccins voor PRRS op de markt gebracht. Eén voor zeugen en één voor biggen. Bijzonder is dat alle aanwezige dieren op het bedrijf meermaals per jaar één voor één worden gevaccineerd. De farmaceut denkt dat je zo subpopulaties met het PRRS-virus kunt voorkomen.
„Veel varkenshouders hanteren een entschema van 6-60 of 6-90”, legt dierenarts Martijn Steenaert van de farmaceut uit. „Dat werkt prima, alleen deze schema’s houden geen rekening met pleegmoeders en terugkomers, want dan kan de tijd tussen de twee PRRS-vaccinaties oplopen tot boven de 4 maanden. En het vaccin biedt bescherming voor 4 maanden”. Maar, waarschuwt Steenaert. „Vier maanden is een richtlijn, geen harde grens. Die vier maanden is sterk afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden. Daarom adviseren wij om alle dieren vier keer per jaar te enten, omdat dan de tussentijd maar 3 maanden is.”
Immune dieren
Volgen Steenaert draait het bij een PRRS-aanpak om te zorgen voor zoveel mogelijk immune dieren. „Binnen je varkensstapel heb je immune dieren, gevoelige dieren en uitscheiders. Immune dieren zijn het minst gevoelig voor PRRS-infecties. Deze groep moet je maximaliseren. Verder moet je zoveel mogelijk nieuwe virusinfecties van zowel binnenuit als buitenaf tegengaan.”
De dierenarts van Boehringer Ingelheim zegt dat een stapsgewijze aanpak vereist is bij de aanpak van het virus om teleurstellingen te voorkomen. „Wij hebben een vijfstappenproces ontwikkeld waar we enorm veel belang aan hechten, want je moet wel je vertrekpunt en doelen van te voren weten. Want onthoud: de oplossing zit niet in een potje, maar het potje kan wel een middel zijn naar de oplossing.”
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Ellen Meinen