Column: Boeren in Europa
Landbouw is een activiteit die per definitie gebruik maakt van de lokale omstandigheden en dan zijn de verschillen groot. Als trotse Nederlander vraag ik me ook altijd af of we het in ons land ook werkelijk zo goed doen, zoals we zelf pretenderen.
De laatste tijd draait het beeld over veehouderij ten positieve voor de veehouderij. De milieubelasting blijkt mee te vallen en alleen maar planten eten is niet gezond. Hierdoor verschuift de discussie naar dierwelzijn en biodiversiteit. Deze onderwerpen zijn lastiger te doorgronden. Visie en gevoel spelen hierbij nog meer een rol. In deze tijd van populisme geen voordeel.
Nu is biodiversiteit vooral een akkerbouwaangelegenheid. Daar zouden we ons vanuit de veehouderij niet druk over hoeven maken, ware het niet dat veel akkerbouw ten behoeve van veevoer is. Dat biodiversiteit leidt tot verarming van de bodem en dus leidt tot minder opbrengst zie ik niet. Ieder seizoen nemen de opbrengsten per hectare toe. Zitten we kort bij een keerpunt of zo?
IJsland
Monoculturen krijgen vaak de schuld van biodiversiteit. IJsland is een prachtig land met een overweldigende natuur. Maar er staat alleen gras en mos. En dat gras is geen natuur, maar gewoon voor de dieren (koeien, schapen en paarden). Die beroemde IJslandse paarden staan overigens op een kluitje bij de boerderij maar per hectare is het aantal paarden in dat dunbevolkte land natuurlijk enorm klein.
Oostenrijk
Ook in Oostenrijk is de natuur prachtig. Ze houden koeien in de bergen. Leuk met zo’n bel om de nek. Maar, in de winter gaan ze naar binnen. Vaak aangebonden en in kleine stalletjes staan de koeien enkele maanden binnen. Ik sprak een boer die klaagde over rendement. Het land loopt voorop in biologische landbouw en bedrijven zijn kleinschalig. Maar kleine bedrijven (ook biologische) stoppen en grote bedrijven nemen het over.
De bergboerenregeling kan dat niet voorkomen. De wijnbouw in Oostenrijk is mooi om te zien. De wijnranken op de berghellingen zijn prachtig om door te fietsen en te wandelen. Maar ook hier: monoculturen. Wijnranken met Grüner Veltliner zover je kunt kijken.
Op de terugreis door Duitsland passeren we dan de hopvelden in Beieren. Prachtig om te zien en lekker voor het bier. Maar…monoculturen. Tussen de hopvelden door telen ze er dan ook nog zonnepanelen.
Nu wil ik de buitenlandse boeren niet diskwalificeren. Zoals gezegd, is een agrarisch ondernemer per definitie gericht op wat het land hem biedt en dat geldt ook voor subsidie. In de regio zie je dus specialisatie van bedrijven. Door goede infrastructuur en open handel doen deze specialistische regio’s zaken met elkaar en worden op een efficiënte manier mooie producten gemaakt.
Verbeteren
Ik denk na mijn vakantie nog steeds dat Nederland het goed doet. We hebben enkele teelt- en veehouderijmethodes tot in de perfectie doorontwikkeld. Daarbij hebben we te weinig oog gehad voor onze omgeving en dierwelzijn. Dat moeten we nu verbeteren maar, er is geen reden om te stoppen of sterk te verminderen. Want als we over de grens kijken, zien we een enorme diversiteit aan landbouw en landschappen in Europa. Binnen enkele uren rijden (nee, niet vliegen) waan je je in een andere wereld.
Hopelijk kunnen we dat behouden in een goed samenwerkende EU.