Voer is van invloed op vleeskwaliteit van beren met immunocastratie
Immunocastratie wordt door een aantal varkenshouders gezien als dé oplossing voor het beren- en castratieprobleem. Vooral in Duitsland is dat het geval, mits de retail natuurlijk durft mee te werken. Smaak en vleeskwaliteit zijn daarbij belangrijk.
De proefopzet van het ILVO-onderzoek bestond uit vier groepen: borgen en ‘immunocastraten’, die werden verdeeld over hoog en laag energetisch voeder in de derde vleesvarkensfase.
Smakelijkheid
Uit het onderzoek bleek dat de verschillen in smaak, geur en waterhoudend vermogen tussen borgen en beren met immunocastratie groter werden op laag energetisch voeder. Hoog energetisch voeder zorgde er volgens de ILVO-onderzoekers bij de ‘immunocastraten’ voor, dat de vlees- en karkaseigenschappen dichter bij deze van de borgen kwamen te liggen. Dit kwam de smakelijkheid ten goede. De voederconversie en de groei van ‘immunocastraten’ op het hoog energetisch voer zijn ook beter dan op laag energetisch voeder.
Minder vlees, meer spek
Bij de geïmmunocastreerde beren beïnvloedde het voer de karkassamenstelling. De beren die hoog energetisch voer kregen, hadden echter een lager vleespercentage en een hogere spekdikte dan die op laag energetisch voeder. De extra energie in het voer werd dus omgezet naar meer vetaanzet bij de behandelde beren. Het voer beïnvloedde de verdeling van de verschillende deelstukken in het karkas niet.
De ILVO-onderzoekers beoordeelden de monsters. Op het laag energetisch voer had het berenvlees een minder uitgesproken bakgeur en baksmaak, maar een meer uitgesproken varkensgeur, varkenssmaak en berensmaak.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Agrio archief
Bron: ILVO